Op zijn zwerftocht door Nederland fotografeert Martin van der Kamp landschappen en gebouwen die verbonden kunnen worden met het leven en werk van Hans Warren. Deze keer: gezicht op Zutphen in februari.
Eind 1976 verscheen de eerste druk van de bundel “Zeggen wat nooit iemand zei” met het gedicht “Groet uit Lochem”. In de jaren zestig en zeventig spoorde Warren geregeld naar de Achterhoek voor bezoeken aan Paul Rodenko, broer en zus Palsenbarg en Jeanne Eeckelmans. Geciteerd is de met een geringe wijziging aangepaste versie uit de “Verzamelde Gedichten” (2002).
Groet uit Lochem
Dit was een ontdekkingsreis,
spelen: hoe zou jij het zien?
‘Stad aan de horizon’ bij voorbeeld,
neem Zutphen op deze nevelige
februarimorgen, de torens, de gouden bol
weerspiegeld in de trage IJssel.
Zeg, wat is Lochem in de winter
zonder jou, al fluiten zoete goudvinken,
al staat er met grote letters
zwart op hemelsblauw boven de kerkdeur:
‘Laat ons onze onderlinge
bijeenkomste niet nalaten (Hebr. 10).’
Ik stuur je daar een prentkaart van,
je zult lachen hoop ik, maar het is
koud vanavond, eenzaam en doodstil.
Ik wou dat ik in jouw rumoerige bedje lag
en met je spelen mocht.
Ik heb je nog nooit liefste genoemd,
nu noem ik je liefste, en dat helpt even.






en. Leendert van Lier was niet in de eerste plaats kunstenaar, al had hij dat misschien gewild, maar kunsthandelaar, een hele grote. Juist ook omdat hij een zelfgemaakte man was, zonder eigen middelen, afkomstig uit de Czaar Peterstraat in Amsterdam. Op zijn zestiende (volgens andere bronnen op zijn achttiende) kocht hij een magische staf van de Batak, misschien wel de mooiste die er bestaat, een soort heilige graal in de wereld van de etnografica. Dit voorwerp, zijn allereerste aankoop, was tevens het allerlaatste wat hij verkocht, aan Hans Warren en mij, op een ongezond warme zomerdag in 1994. Ik zal Leendert van Lier niet vergeten en ik kan hem onmogelijk vergeten, met zoveel dingen om mij heen die door zijn handen gingen. Was hij aardig? In ieder geval wél voor zijn prachtige, bezielde dingen. Ik herinner mij de blik, het strelende gebaar waarmee hij afscheid nam van de verkochte staf, en huiver. Hans Warren had gelijk: Leendert van Lier (1910-1995) was een bijzonder mens.

