Maandelijks archief: juni 2003

Kavafis’ verborgenheden in de open lucht


door Christa de Kort

Op 24 juni was er door Stichting Tegenbeeld in Leiden een poëzieavond georganiseerd, geheel gewijd aan de dichter Kavafis. Het was buitengewoon druk op de terrassen en ook waren veel mensen per boot gekomen om te luisteren. Er stonden 154 gedichten op het programma, maar door tijdsdruk werd dit ingekort tot ruim 130 gedichten. De avond werd ingeleid door Mario Molegraaf, die het thema verhuizing aangreep. Zelf was hij onlangs van Zeeland naar Wassenaar verhuisd, over Kavafis wist hij te melden dat deze een hekel had aan verhuizen. Hij woonde zijn hele leven in één stad, namelijk Alexandrië, een Griekse enclave in Egypte. Deze stad hoorde eigenlijk nergens bij, net zoals Kavafis altijd een buitenstaander was gebleven, zowel in de literatuur als door zijn geaardheid. “Verbergen” was een sleutelwoord in het leven van de dichter. Mario Molegraaf verwees hierbij naar het gedicht Verborgenheden dat op een gevel in Leiden te vinden is.

Mario sprak vervolgens over de reis naar Alexandrië, die hij samen met Hans Warren maakte, en droeg Hans’ gedicht In Alexandrië voor. De inleiding werd afgesloten met de mededeling dat de toehoorders nu de wereld van Alexandrië zouden bereizen, alleen dan zonder koffers. De gedichtenreeks werd in het Grieks geopend door de Griekse ambassadeur, de heer Kaklikis, waarna vele bekende en minder bekende Leidenaren een gedicht voorlazen vanaf de twee verschillende podia. (Ilja Pfeiffer had overigens het gedicht Verstoring wat veranderd.) De avond werd afgewisseld met Griekse muziek door de groep Palio Paréa. Als afsluiting las Mario Molegraaf het gedicht De verbonden schouder voor.

Herinner je, lichaam…

Herinner je, lichaam…
Gekozen door Wilfred van Buuren

Lichaam, herinner je niet alleen hoezeer je werd liefgehad,
niet enkel de bedden waarop je bent gaan liggen,
maar ook die verlangens die om jou
duidelijk blonken in de ogen
en trilden in de stem – en een
toevallige hindernis maakte ze vergeefs.
Nu dat alles al in het verleden ligt,
lijkt het bijna of je die verlangens
ook ingewilligd hebt – herinner je,
hoe ze blonken in de ogen die je aanzagen,
hoe ze trilden in de stem, om jou, herinner je, lichaam.

K.P. Kavafis, Gedichten. (Amsterdam: Bert Bakker, 2002).