Maandelijks archief: april 2018

Volkenkundig Museum Gerardus van der Leeuw

Op zijn zwerftocht door Nederland fotografeert Martin van der Kamp landschappen en gebouwen die verbonden kunnen worden met het leven en werk van Hans Warren. Deze keer het voormalige volkenkundig museum Gerardus van der Leeuw aan de Nieuwe Kijk in ’t Jatstraat 104 te Groningen.

14 juli {1995] – 14.50 – [over 13 juli] (…) Om even na tweeën kwamen we aan in het Museum Gerardus van der Leeuw voor de tentoonstelling Goudglans en schaduwen, het hoogtepunt van de dag. Na vieren had het geen zin meer nog naar het nieuwe Groninger Museum te gaan. (…)

5 aug. [1998, noterend over 4 aug.] – 16 u. – (…) Vervolgens reden we naar Groningen, een veel aangenamer stad dan Leeuwarden. Hier bezochten we het volkenkundig museum Gerardus van der Leeuw, vooral vanwege de tentoonstelling over Theo van Baaren. Er waren reeksen van zijn collages, veelal met heel felle ogen erin geplakt. Grappig, gek, vervreemdend, maar wat van dat geknutsel te zeggen? Leuk spelletje, maar ietwat kinderachtig om op je oude dag mee door te gaan. Dan zijn ethnografica, die loopt van troep tot de prachtigste dingen. In het begin van de jaren veertig is hij begonnen met het aanleggen van de collectie. Heel wat stukken kocht hij bij Leendert van Lier, met wie hij bevriend was. Uiteindelijk telde de verzameling ruim tweeduizend voorwerpen, uit allerlei gebieden zodat een soort encyclopedie van de volkskunde is ontstaan. (…)

Uit de nalatenschap van Hans Warren 62 – Mensje van Keulen

De titel is pover, de rest is geweldig. Zojuist verscheen Neerslag van een huwelijk, het dagboek dat Mensje van Keulen tussen 1977 en 1979 bijhield. Hans Warren speelt er een belangrijke rol in. Ze past op zijn woning wanneer hij op reis gaat: ‘Van werken zal niet veel komen in dit heerlijke huisje met al die vogels rondom, de chocoladebruine duiven die in een vertrek naast de zitkamer huizen.’ Ze wil óók zo’n huisje en vindt dat in het naburige Driewegen, op de hoek van de Baandijk en de Paulushoekseweg. De overeenkomsten tussen het huisje van Hans Warren en het hare (zie de uit het boek overgenomen foto) zijn frappant. Het werd geen gelukkige periode voor haar. Dat lag niet aan Driewegen maar aan Lon, haar trouweloze echtgenoot. Waarom is het zo’n indrukwekkend dagboek? Vanwege de eerlijkheid over haar instortende huwelijk en over een abortus die ze ondergaat. Maar zeker ook vanwege het einde met paukenslag. Ze wordt opnieuw zwanger, krijgt een zoon en besluit haar dagboek jubelend: ‘Ik kan mijn ogen amper van hem afhouden.’ Ze reist in deze jaren veel van Amsterdam naar Zeeland: ‘op weg naar Hans’ noemt ze het. Ergens halverwege duik ook ik op: ‘Hij is veertig jaar jonger dan Hans, maar heeft iets ouds, alsof hij geen jeugd heeft gekend.’ Hoezeer ze ook met zichzelf bezig was, ze bekijkt mijn achttienjarige ik aandachtig en vooral ook kritisch. Desondanks of misschien wel daarom ben ik blij met dit boek: het lanceert me veertig jaar terug in de tijd, even keert het verloren verleden weer. Toen ik het uit had, zei ik zachtjes: dank je wel, lieve Mensje.

Mario Molegraaf