Categoriearchief: Geen categorie

Opperhuidmens op tournee

In oktober vertelt Mario Molegraaf over zijn werk als biograaf in:

Torpedotheater in Amsterdam, Biografie op de Bühne, maandag 14 oktober, aanvang 20:00, toegang € 12,50. Die avond zijn Mario Molegraaf en Marco Entrop te gast. Van Mario Molegraaf verscheen Opperhuidmens: de biografie van Hans Warren. Molegraaf nam zich voor zichzelf en het onderwerp van zijn boek niet te sparen en voor eens en voor altijd openheid van zaken te geven.  Marco Entrop werkt al geruime tijd aan de biografie van Willem Arondéus, beeldend kunstenaar, illustrator, tapijtwever, auteur en verzetstrijder over wie Rudy van Dantzig al eerder een boek schreef en Stephen Fry een documentaire maakte.  Lees hier meer over deze avond.

De Koperen Tuin, boekhandel in Goes, woensdag 16 oktober 19:30. Hein van Kemenade interviewt Mario Molegraaf over de biografie van Hans Warren. Toegang is € 7,50 (inclusief consumptie). Aanmelden via info@koperentuin.nl

Toespraak bij de presentatie van ‘Opperhuidmens’

In plaats van een aflevering uit de serie ‘Uit de nalatenschap’ presenteren we deze eerste dag van oktober de tekst van de toespraak die Mario Molegraaf gaf bij de presentatie van de biografie, vorige week woensdag 25 september, in de Zeeuwse Bibliotheek in Middelburg.

Het is hier begonnen, hier in de Zeeuwse Bibliotheek, nóg een verdieping lager dan deze zaal, de kelder. Hans Warren en ik kwamen daar vaak om dichtbundels te bekijken, heel veel dichtbundels, voor nieuwe edities van de Spiegel van de Nederlandse poëzie. Op een keer werd Hans Warren aangesproken door een glunderende mijnheer, mijnheer Blanken, medewerker van de bibliotheek. ‘O, wat leuk, Hans Warren, de reisleider van de AMZ, wat een prachtige reis was dat naar Parijs’.

Zo gingen mijn ogen open voor een ándere Hans Warren, een ándere Hans Warren dan de man die ik las, de man die ik zag, de man met wie ik sprak. Onvermijdelijk is mijn biografie voor een klein deel het boek over die laatste Hans Warren, drieëntwintig jaar lang mijn levenspartner. De man met wie ik samen de afwas deed. We zongen dan liedjes, liedjes uit zijn jeugd, bijvoorbeeld een liedje over het jaar dat in Nederland de Wereldjamboree werd gehouden:

In ne-gen-tien-drie-ze-ven

dan zul je wat be-le-ven

dan komt de Jambo-ree in Ne-der-land.

[…]

Jamboree, Jamboree, j-a-m-b-o-r-e-e,

Jamboree-ree-ree.

Liedjes uit de tijd van zijn grootouders zelfs, een liedje over een nieuwe tramverbinding tussen Vlissingen en Middelburg: ‘O jongens ga opzij/ daar gaat de tram voorbij’.

Maar mijn boek gaat eerst en vooral over de ándere Hans Warren, de Hans Warren zoals ik hem helemaal niet kende, de Hans Warren van mijnheer Blanken en van honderden anderen, de Hans Warren uit de vele jaren vóór mij. Zijn voorgeslacht, zijn vader en moeder, allebei overleden voor ik ter wereld kwam. Ik ben van 1960, zij stierven in 1951 en 1959. Hans Warrens leven reconstrueren betekende óók hun levens reconstrueren, het leven van Piet en Bertha Warren, met wie hij ongelooflijk sterk was verbonden.

Hans Warren was, om vogeltermen te gebruiken, geen nestvlieder maar een nestblijver. Het toppunt van nestblijver misschien: als het aan hem had gelegen, denk ik wel eens, had hij het ouderlijk huis nooit verlaten, het huis bovenop de Zeedijk nabij het dorp Borssele, indertijd de mooiste plek van Zeeland, van heel Nederland, misschien van heel de wereld.

Maar het lot sloeg toe in de vorm van de oorlog en de nasleep daarvan. Precies tachtig jaar geleden, september 1944, was het grote kantelpunt. De Duitsers stonden op het punt te vertrekken, de geallieerden kondigden hun komst aan. In deze verwarrende tijden, in dit vacuüm was het voor Hans Warren nog even genieten van bijna onbegrensde mogelijkheden. De bevrijding zou bitter blijken, hij moest een baan aannemen als gemeenteambtenaar, zijn vader zou juist zijn baan als waterbouwkundige verliezen, en daarmee ging ook de dienstwoning, het heerlijke zee-huis verloren.

De bezettingstijd is voor Hans Warren een soort langgerekt tussenjaar geweest, een periode waarin hij ondanks alle militaire beperkingen volop gelegenheid kreeg zichzelf te verkennen. Hij ontdekte de kunst, de dichtkunst vooral. Hij ontdekte de liefde, de liefde voor een meisje en vooral de verrukkelijke, verschrikkelijke liefde voor jongens.

Een door en door Zeeuws oorlogsverhaal is het, de oorlog begon en eindigde in Zeeland totaal anders dan in Amsterdam. Zoals heel Hans Warrens verhaal een Zeeuws verhaal is, en andersom. We volgen het allemaal in het boek, de Zeeuwse oorlog, de Zeeuwse ramp van 1 februari 1953, de verwoesting van de Zeeuwse natuur.

Na de Zeedijk had Hans Warren nog een paar Zeeuwse adressen, vooral Pijkeswegje 1 te Kloetinge, waar hij in 1957 ging wonen met zijn gezin, zijn echtgenote en uiteindelijk drie kinderen, weer een heel ándere Hans Warren dan de man die ik kende. In 1978 kwam ik erbij op het Pijkeswegje. Er zijn ook twee huizen in de omgeving van Parijs, maar dan bewoond door een reisleider voor mijnheer Blanken en andere Zeeuwen, naar de lichtstad gereden door de AMZ, de Auto Maatschappij Zeeland, nog altijd gevestigd in Borssele. We lopen in de biografie reisleider Hans Warren natuurlijk tegen het lijf. Hij leidde de Zeeuwen veilig door Parijs en beschermde Parijs ook een beetje tegen de Zeeuwen. Toen iemand bij een diner chocomel wenste, hield hij zich doof. Geen heiligschennis in een culinaire tempel.

Ik zie hier in de zaal veel gezichten uit Amsterdam, uit de rest van de Randstad. Sommige afwezigen gaven te kennen: veel te ver, zo’n tocht naar Middelburg. Ik heb het altijd vreemd gevonden: een Amsterdammer ziet Zeeland als een bijna onbereikbare streek, een Zeeuw is juist in een mum in Amsterdam. Ook daarvan is Hans Warren, met zijn Amsterdamse vrienden, een bewijs. Maar Amsterdammer werd hij nooit, hij woonde er welgeteld zes dagen, najaar 1941, zes dagen die vooral in het teken stonden van heimwee naar Zeeland.

Hans Warren de Zeeuw, kenner van de Zeeuwse avifauna, winnaar van de Zeeuwse Prijs, een halve eeuw medewerker van de Provinciale Zeeuwse Courant en bezoeker van de Zeeuwse bibliotheek. Hij bouwde een bijzondere band op met die bibliotheek, en dat is de reden voor de verre reis die velen van jullie hebben moeten maken. Het contact verliep vooral via conservator Ronald Rijkse. Zo’n prettig contact dat ik niet anders kon dan Hans Warrens documentaire nalatenschap aan de Zeeuwse Bibliotheek overdragen. Dat leidde tot een Hans Warren-kamer, vol manuscripten, foto’s, vogeltekeningen, dagboeken, zakagenda’s, brieven. De stof die het fundament van mijn biografie vormt, zoals elke behoorlijke biografie op onweerlegbaar bewijs hoort te zijn gebaseerd.

Ik besef dat het desondanks geen biografie als alle andere is geworden. Daar zat ik tussen die tientallen dozen brieven, ook een doos met ónze brieven, de brieven van Hans en mij. Drie, vier keer ben ik naar Middelburg gegaan met het voornemen die doos eindelijk te openen. Ik deinsde terug, tot ik eindelijk moed vatte. Een gevoel waarover geen enkele biograaf kan meepraten.

De gemiddelde schrijversbiografie is een verplicht nummer, al dan niet correct afgedraaid, een moetje. O ja, het leven van die of die auteur is nog niet beschreven. Mijn boek over Hans Warren is allerminst een moetje, maar móest juist worden geschreven, een roeping, heilige plicht. Ik denk, ik hoop dat die innerlijke noodzaak te voelen is, het boek sterker maakt.

Een hoogst persoonlijke onderneming, maar niet helemaal van mij alleen. Ik heb een hekel aan uitbundige dankwoorden, dankwoorden waarin de auteur geliefde en kind, de huishonden en de bureaulamp bedankt. Maar ik ben wel degelijk een aantal mensen dankbaar. Ik noemde al Ronald Rijkse, maar ik vergeet alle andere drijvende krachten achter de ZB Bibliotheek van Zeeland niet. Ik noem de huidige conservator Sanne van Splunter. Samen met fotograaf Peter van den Hooven redde zij mij in de eindfase van het maken van deze biografie, toen paniek bij mij toesloeg.

Ronny Boogaart en Eric de Rooij, al sinds mensenheugenis de mannen achter de Hans Warren-site. Ze publiceerden veel over hem, voortreffelijk onderzoek waarop ik kon voortbouwen.

Ik dank iedereen van Prometheus, de beste uitgeverij van Nederland, voor de geweldige zorg voor, en de prachtige verzorging van het boek. Directeur Mai Spijkers die Hans Warren bijna even lang heeft gekend als ik en voor een niet onbelangrijk deel verantwoordelijk was voor het succes van Geheim dagboek. Hoofdredacteur Job Lisman, ook bekend met Hans Warren. De bureauredactie onder leiding van Eline Reinhoud. En Marije Vlasblom die de publiciteit regelt.

Ik noem ook alvast Jan Keijser van de Avalon-pers, Nederlands beste bibliofiele drukker. Bedenk dat de Zeeuwse Bibliotheek een centrum is voor bibliofilie. Jan Keijser heeft straks een verrassing voor alle aanwezigen. Die zindering – waarvoor we leven heet de uitgave. Jullie raden al welke zindering is bedoeld. Je verwacht bij Hans Warren in het kader van deze zindering een uitroepteken, maar in dit geval is er een vraagteken.

Tenslotte Hans, Hans Warren. Ik prijs me gelukkig vanwege de drieëntwintig jaar met hem, vanaf 1978 tot 2001. Er zijn inmiddels weer precies drieëntwintig jaar verstreken. In die laatste periode ontstond geleidelijk deze biografie, waarin ik hem beschrijf en bewonder, maar onvermijdelijk ook ontmasker.

Na die twee keer drieëntwintig jaar en liefst 700 bladzijden biografie ben ik niet helemaal uitgepraat over Hans Warren. Toch is dit een afscheid, realiseer ik me, definitief, alle geheimen verklapt, de laatste band verbroken. Maar wat zou ik graag nog één keer naast hem staan, in dat keukentje aan het Pijkeswegje, hij met de afwasborstel, ik met de theedoek en dan zingen:

O jongens ga opzij.

Daar gaat de tram voorbij.

Die rijdt in drie kwartier

van Middelburg naar hier.

Feestelijke aankondiging: Opperhuidmens verschijnt in september!

Op woensdag 25 september gaat het echt gebeuren, Opperhuidmens. De biografie van Hans Warren, geschreven door Mario Molegraaf, wordt dan gepresenteerd in Middelburg.

De uitgever heeft een uitnodiging rondgestuurd. Iedereen is bij deze uitgenodigd – tot de zaal vol is, uiteraard.

Hieronder de officiële uitnodiging:

Met veel genoegen nodigen Uitgeverij Prometheus en Mario Molegraaf u uit voor de boekpresentatie van Opperhuidmens. De presentatie vindt plaats op woensdag 25 september 2024 vanaf 16.30 uur bij ZB Bibliotheek van Zeeland in Middelburg.

Programma
16.30 Inloop
17.00 Opening door uitgever Mai Spijkers
17.10 Overhandiging eerste exemplaar aan Franca Treur
17.30 Receptie
 

Over Opperhuidmens:
Mario Molegraaf heeft zijn langverwachte biografie voltooid van de man met wie hij het leven deelde. Een ongewone onderneming: een biografie als alle andere, met al het bijbehorende onderzoek en de vereiste onafhankelijkheid, maar tegelijk een werk geschreven uit liefde.
De verzamelde gedichten van Hans Warren (1921-2001) stonden in het teken van zijn levensmotto: ‘Zo lang het duurt een eeuwigheid gelukkig.’ Maar hij maakte vooral naam met zijn ongekend openhartige Geheim dagboek, een van de grootste literaire sensaties van de afgelopen decennia. Ongelooflijk genoeg kunnen in Opperhuidmens toch nog grote geheimen worden onthuld. Hans Warren, opgegroeid in een huis aan zee, ver van de bewoonde wereld, was een buitenstaander bij uitstek, maar hij blijkt tegelijk een middelpunt. Niemand beleefde de bezettingsjaren, de stormvloed van 1953, de vernietiging van de Nederlandse natuur zoals hij. De tegenstrijdigheid in persoon, huisvader en homo. Dit leven tussen Borssele en Parijs is in Opperhuidmens met ongekende inzet en intensiteit beschreven.

Zeventien jaar was Mario Molegraaf (1960) toen hij in het leven van Hans Warren verscheen. Hij heeft hun ‘boekenfabriekje’ voortgezet met vertalingen, bloemlezingen en besprekingen.


Datum: Woensdag 25 september 2024  
Plaats: ZB Bibliotheek van Zeeland (Betje Wolff Auditorium), Kousteensedijk 7, 4331JE Middelburg
Aanvang programma: 17.00 uur

Aanmelden: uiterlijk 11 september 2024 via publiciteit@pbo.nl o.v.v. ‘Boekpresentatie Opperhuidmens’. 

Stedelijk Museum te Vlissingen

Op zijn zwerftocht door Nederland fotografeert Martin van der Kamp landschappen, graven en gebouwen die verbonden kunnen worden met het leven en werk van Hans Warren. Deze keer: het voormalige Stedelijk Museum te Vlissingen (tot 2000 gevestigd aan het Bellamypark 19-21).

Uit Geheim Dagboek:

25 sep. [1988] – zondag, 13.30 – Er is gisteren meer regen gevallen dan ooit. Bij ons thuis is het goed afgelopen. We hadden overal bakken en bakjes gezet, die bleken bij thuiskomst tot de rand gevuld. Om elf uur werden we ontvangen in het Stedelijk Museum van Vlissingen. P. J. Buynsters, Hella Haasse en Wies Roozenschoon, de andere sprekers op het symposium ter gelegenheid van de tweehonderdvijftigste verjaardag van Betje Wolff, waren er al. Buynsters is een sympathieke man, letterlijk een verstrooide professor, hij reageert heel secundair. Wies Roozenschoon is een hoogst onaangename vrouw, zowel bij M. als bij mij was het haat op het eerste gezicht. Hella Haasse is een schat. Ik had haar enkele malen ontmoet, maar pas gisteren heb ik haar beter leren kennen. Ik hen niet zo op haar werk gesteld, daarin is zij een veel te nette en te welwillende mevrouw. Maar nu bleek me hoe aardig zij is, en over hoeveel kennis zij beschikt, Zij is zeventig jaar, ik zag haar een paar maal een pilletje nemen. Het is van M. uitgegaan om haar uit te nodigen, hij vond het zielig dat ze anders de hele avond alleen in Vlissingen door moest brengen. (…)

Screenshot

Onthulling

Mario Molegraaf reageert op zijn onthulling, in een interview met Daniela Hooghiemstra (en binnenkort in de biografie), dat een groot aantal van de artikelen die onder de naam Hans Warren in de krant verschenen, feitelijk door hem zelf geschreven werden. Mét beeld van de zakagenda’s waarin Warren de verdeling bijhield.

“Ik wilde de onthulling doen in een hoekje van hoofdstuk 19 van Opperhuidmens, mijn biografie van Hans Warren. Het boek is er nog niet, maar het nieuwtje is uitgelekt, ‘voorpaginanieuws’. Een van de koppen luidt: ‘Beroemde PZC-recensent Hans Warren schreef talloze stukken niet zelf’. We lezen over ‘lezersbedrog’ (daar zit wat in) en over ‘volstrekte fake’ (tja). Al een half jaar na onze kennismaking ben ik voor de krant artikelen onder Hans Warrens naam gaan schrijven. Op zondag 11 februari 1979 maakt hij in zijn zakagenda (zie de afbeelding) melding van mijn eerste stukje. Er volgen meer en meer artikelen, zoals zijn dagboeken en bijvoorbeeld de administratie in zijn zakagenda’s (op de afbeelding een blik in de zakagenda van 1990) uitwijzen. Hans Warren had het moeilijk met ons geheim. Hij schreef in zijn dagboek (dat hij en ik in de gedrukte versie op dit punt noodgedwongen moesten aanpassen) natuurlijk regelmatig over de kwestie. ‘M’n reputatie zal een rare knauw krijgen,’ voorzag hij. Het vond het ‘fout’ en ‘het frustreert ons allebei’. Alleen was er geen weg terug, vond hij, vonden wij. Maar ik wil dé Hans Warren-biografie leveren, afdoend en definitief. Een eventuele volgende biograaf mag een andere visie hebben, te onthullen valt er niets meer. Het voelt voor mij als stukmaken om deze kwestie te openbaren, maar de biograaf, juist deze biograaf, mag niet loyaal aan de leugen zijn. Het volledige verhaal dus in Opperhuidmens, heel openhartig maar strategisch verstopt in hoofdstuk 19. “