Categoriearchief: Geen categorie

Stedelijk Museum te Vlissingen

Op zijn zwerftocht door Nederland fotografeert Martin van der Kamp landschappen, graven en gebouwen die verbonden kunnen worden met het leven en werk van Hans Warren. Deze keer: het voormalige Stedelijk Museum te Vlissingen (tot 2000 gevestigd aan het Bellamypark 19-21).

Uit Geheim Dagboek:

25 sep. [1988] – zondag, 13.30 – Er is gisteren meer regen gevallen dan ooit. Bij ons thuis is het goed afgelopen. We hadden overal bakken en bakjes gezet, die bleken bij thuiskomst tot de rand gevuld. Om elf uur werden we ontvangen in het Stedelijk Museum van Vlissingen. P. J. Buynsters, Hella Haasse en Wies Roozenschoon, de andere sprekers op het symposium ter gelegenheid van de tweehonderdvijftigste verjaardag van Betje Wolff, waren er al. Buynsters is een sympathieke man, letterlijk een verstrooide professor, hij reageert heel secundair. Wies Roozenschoon is een hoogst onaangename vrouw, zowel bij M. als bij mij was het haat op het eerste gezicht. Hella Haasse is een schat. Ik had haar enkele malen ontmoet, maar pas gisteren heb ik haar beter leren kennen. Ik hen niet zo op haar werk gesteld, daarin is zij een veel te nette en te welwillende mevrouw. Maar nu bleek me hoe aardig zij is, en over hoeveel kennis zij beschikt, Zij is zeventig jaar, ik zag haar een paar maal een pilletje nemen. Het is van M. uitgegaan om haar uit te nodigen, hij vond het zielig dat ze anders de hele avond alleen in Vlissingen door moest brengen. (…)

Screenshot

Onthulling

Mario Molegraaf reageert op zijn onthulling, in een interview met Daniela Hooghiemstra (en binnenkort in de biografie), dat een groot aantal van de artikelen die onder de naam Hans Warren in de krant verschenen, feitelijk door hem zelf geschreven werden. Mét beeld van de zakagenda’s waarin Warren de verdeling bijhield.

“Ik wilde de onthulling doen in een hoekje van hoofdstuk 19 van Opperhuidmens, mijn biografie van Hans Warren. Het boek is er nog niet, maar het nieuwtje is uitgelekt, ‘voorpaginanieuws’. Een van de koppen luidt: ‘Beroemde PZC-recensent Hans Warren schreef talloze stukken niet zelf’. We lezen over ‘lezersbedrog’ (daar zit wat in) en over ‘volstrekte fake’ (tja). Al een half jaar na onze kennismaking ben ik voor de krant artikelen onder Hans Warrens naam gaan schrijven. Op zondag 11 februari 1979 maakt hij in zijn zakagenda (zie de afbeelding) melding van mijn eerste stukje. Er volgen meer en meer artikelen, zoals zijn dagboeken en bijvoorbeeld de administratie in zijn zakagenda’s (op de afbeelding een blik in de zakagenda van 1990) uitwijzen. Hans Warren had het moeilijk met ons geheim. Hij schreef in zijn dagboek (dat hij en ik in de gedrukte versie op dit punt noodgedwongen moesten aanpassen) natuurlijk regelmatig over de kwestie. ‘M’n reputatie zal een rare knauw krijgen,’ voorzag hij. Het vond het ‘fout’ en ‘het frustreert ons allebei’. Alleen was er geen weg terug, vond hij, vonden wij. Maar ik wil dé Hans Warren-biografie leveren, afdoend en definitief. Een eventuele volgende biograaf mag een andere visie hebben, te onthullen valt er niets meer. Het voelt voor mij als stukmaken om deze kwestie te openbaren, maar de biograaf, juist deze biograaf, mag niet loyaal aan de leugen zijn. Het volledige verhaal dus in Opperhuidmens, heel openhartig maar strategisch verstopt in hoofdstuk 19. “

Uitnodiging boekpresentatie Hij/hem. Een ABC van Regenboogboeken

Op vrijdagmiddag 28 juli vindt de presentatie plaats van Hij/hem. Een ABC van Regenboogboeken. Daarin een bijdrage van Eric de Rooij over Geheim dagboek, 1945 -1948 van Hans Warren.

Je kunt je aanmelden: paulerikhofman@planet.nl.
Tijdstip en plek: 14.00-16.30 uur, Oranjekerk. Tweede van der Helststraat 1-3 in Amsterdam. Inloop is vanaf 13.30.
Van harte uitgenodigd!

Welk boek is van betekenis geweest in je leven? Onder andere Jos Versteegen, Klaas la Roi, Ronny Boogaart en Matthijs Looij zullen wervelende pitches geven van het boek dat zij in Hij/hem bespreken.

Aangekondigd! Opperhuidmens, de biografie van Hans Warren

Mario Molegraaf heeft de langverwachte biografie van Hans Warren voltooid. Verschijningsdatum: november 2023! Wij kijken er – vanzelfsprekend – erg naar uit!

Zie voor de begeleidende tekst: https://issuu.com/uitgeverijprometheus/docs/fictie_en_non-fictie_n23?fr=sODFmYjUzMjUzNA

Westeindse Weel

Op zijn zwerftocht door Nederland fotografeert Martin van der Kamp
landschappen en gebouwen die verbonden kunnen worden met het leven en
werk van Hans Warren. Deze maand de Westeindse Weel.

Joh. A.M. Warren, 1942, Een morgen op het eind van october. Met tekeningen van den schrijver. In: In weer en wind jrg. 6 no. 10, p. 237-239.
(…) Al vroeg was ik op pad om een fietstochtje door de zgn. zak van Zuid-Beveland te maken. De zon was juist verschenen, en deed overal kleine ijskristalletjes in haar stralen vonken. Toch zou ze niet lang schijnen, want grote, zachtgrijze wolkenbanken hingen laag boven de horizon. De Schelde was vlak en lichtblauw, met donkere stroomstrepen,
waarboven de teer-violette lucht zich welfde, hoger op blauw, vol melkgrijze wolkjes. Nog voor ik aan de haven van Borssele was, waar grote bergen suikerbieten lagen te wachten op vervoergelegenheid, verloor de zon het van de wolken, en die laaghangende lichtgrijze streep, met het rosse licht er onder, gaf het landschap wel een heel winters aanzien.
Vlak voor mijn fiets vloog een strandleeuwerik van het paadje op, en streek een paar meter verder weer neer. Toen ik afstapte om hem te bekijken, keek hij me eerst schuw aan, maar weldra ging hij rustig pikken aan de wegkant. Een mooie, violetachtigbruine vogel, met lichtgele kop, zwarte streep door ’t oog, over de borst en boven ’t oog. Die laatste vormde aan’t eind het opwippende “hoorntje”. Over de rug liepen nauw zichtbare, iets donkerder lengtestrepen. Bij het opvliegen liet hij een zeer hoog, welluidend en toch enigszins piepend geluid horen, ongeveer “ietjirp, ie-iètjirp”. Een aardige ontmoeting, zo heel vaak zie ik ze niet.
In de Westeindse weel lagen een hele troep toppereenden, een flinke twintig dodaarsjes, een wijfje-brilduiker, en tot m’n verwondering zes zwemmende zwarte ruiters! Die laatsten zwommen vrolijk midden in ’t diepe water rond, aldoor pikkend met hun fijne, zwart-rode bek. Voor de aardigheid wilde ik wel eens weten of die nieuwe “zwemvogels” ook zó van het water konden opvliegen, en daarom ging ik het weiland in.
En jawel, met het grootste gemak vlogen ze op, cirkelden even rond, en daalden, de rode poten uitgestrekt, weer in het diepste gedeelte van de weel neer, waar ze lustig verder zwommen en pikten. (…)

22 maart. [1940, natuurdagboek] – Aan de Westeindse Weel hoorde ik een vogelzang die ik niet kende. Even dacht ik aan een schreeuwerige merel die er niet veel van terechtbracht, maar toen zag ik in een iepeboom een grote lijster zitten. Het zozeer geroemde lied viel me ronduit tegen. Kort, driftig afgebroken waren de strofen. Maar wie weet was het een stumper in zijn soort. (…)

17 nov. [1940, natuurdagboek] – Zondag. Aan de Westeindse Weel achtervolgden twee bonte kraaien een soortgenoot die een prooi in de bek had. Bij het zwenken door de takken liet hij die vallen. Het bleek een pas gedode huismus te zijn. (…)

26 dec. [1940, natuurdagboek] – Tweede Kerstdag. ’s Nachts nog vorst, maar overdag waren er tekenen van dooi. Toch nog geschaatst, eerst op de inlage, later op de Westeindse Weel. (…)

Uit Geheim Dagboek:

23 aug. [1943] – Jl. zaterdag, 21 aug. is Sibylle een hele dag bij ons geweest. (…) We zijn eerst gaan zwemmen in de Schelphoek, (…) lagen een poos op Sibylle’s badjas, maar de zon dook weg; we gingen thuis koffie drinken, wandelden nadien en zaten een paar uur aan de Westeindse Weel. (…)