Jaarlijks archief: 2017

Oostermiddenmeerweg bij Medemblik

Op zijn zwerftocht door Nederland fotografeert Martin van der Kamp landschappen en gebouwen die verbonden kunnen worden met het leven en werk van Hans Warren. Deze keer de Oostermiddenmeerweg in de Wieringermeerpolder bij Medemblik.

27 sept 1943 –  Vanmorgen reisden Hein en ik al vroeg af naar de Wieringermeer. Via Utrecht, Amsterdam, Zaandam. Overvolle treinen. (…) Vanaf Schagen gefietst. De ontvangst bij Jannetje en Piet was buitengewoon hartelijk. We gingen met Piet de velden in. De oogst was al grotendeels binnen, enkel suikerbieten en bruine bonen stonden nog op het land. In een vaart langs Piets land lag een baggermolen, al een jaar buiten dienst, te verroesten en daar zijn we boven op geklommen. Je had dan een prima uitzicht over de uitgestrekte Wieringermeerpolder. Overal kronkelde dikke witte rook omhoog van brandend aardappelloof, loodrecht, want er was geen aasje wind. Het was zoel weer.

’s Avonds naar de IJsselmeerdijk. Er vielen brandbommen aan de Oostermiddenmeerweg. Waarschijnlijk is er geen plekje meer in heel Europa waar je de oorlog een dag totaal ontlopen of vergeten kan. (…)

 

Uit de nalatenschap van Hans Warren 58 – Leendert van Lier

Was hij een aardige man? Leendert van Lier, de hofleverancier voor de kunstcollectie van Hans Warren. Wat reden we graag én gretig naar zijn huis aan de Torenlaan te Blaricum. Bij zijn crematie, in de eerste week van 1995, klonken er uiteraard louter lovende woorden. Hans Warren herdacht hem in zijn dagboek: ‘Ik heb een paar keer om hem gehuild, voor het laatst vanmiddag toen ik m’n hoofd boog voor zijn kist. Het was een edel verdriet om een bijzonder mens.’ Leendert van Lier, de tovenaar van de Torenlaan. Of was hij eerder de tiran van de Torenlaan? Aardig was hij in ieder geval niet voor zijn echtgenote Nelly, terwijl ze haar leven aan haar man wijdde. Ze stierf zeven jaar later, en werd net als hij gecremeerd in ‘Den en Rust’ te Bilthoven. Aardig was hij ook niet voor zijn dochter Tjarda, die toch haar leven goeddeels door haar vader liet bepalen. Ook zij is alweer jaren dood, en haar laatste reis voerde eveneens naar ‘Den en Rust’. Tjarda schonk me ooit een schilderij van haar vader, een schilderij met heftiger bloemen dan je ooit bij een bloemist zult vinden. Leendert van Lier was niet in de eerste plaats kunstenaar, al had hij dat misschien gewild, maar kunsthandelaar, een hele grote. Juist ook omdat hij een zelfgemaakte man was, zonder eigen middelen, afkomstig uit de Czaar Peterstraat in Amsterdam. Op zijn zestiende (volgens andere bronnen op zijn achttiende) kocht hij een magische staf van de Batak, misschien wel de mooiste die er bestaat, een soort heilige graal in de wereld van de etnografica. Dit voorwerp, zijn allereerste aankoop, was tevens het allerlaatste wat hij verkocht, aan Hans Warren en mij, op een ongezond warme zomerdag in 1994. Ik zal Leendert van Lier niet vergeten en ik kan hem onmogelijk vergeten, met zoveel dingen om mij heen die door zijn handen gingen. Was hij aardig? In ieder geval wél voor zijn prachtige, bezielde dingen. Ik herinner mij de blik, het strelende gebaar waarmee hij afscheid nam van de verkochte staf, en huiver. Hans Warren had gelijk: Leendert van Lier (1910-1995) was een bijzonder mens.

Mario Molegraaf

 

 

 

Restaurant De Swaen te Oisterwijk

Op zijn zwerftocht door Nederland fotografeert Martin van der Kamp landschappen en gebouwen die verbonden kunnen worden met het leven en werk van Hans Warren. Deze keer restaurant De Swaen te Oisterwijk.

21 maart 1993 – zondag, 10.30 – (…) We zijn gaan dineren in Oisterwijk, in het fameuze restaurant van Cas Spijkers dat een van de twee Michelinsterren kwijtraakte. We arriveerden tegen halfacht, na een rondrit door de mooie omgeving van Waalwijk in de avondschemering. De Swaen is ons niet erg bevallen. Van begin tot eind vervelende fouten: champagne met lang vervlogen prik als aperitief en een fles wijn te veel op de nota. En tussendoor een glas omgooien bij het inschenken (M. redde de toestand op het nippertje), twee keer serveren van een matige salpicon van zeefruit, wijn willen bijschenken uit een fles van een ander tafeltje. Echt lekker vond ik alleen een salade met ganzenlever, gerookte zalm en kreeft. (…)

Uit de nalatenschap van Hans Warren 57 – Maria de Roo

Het litteken van de dood, de prachtige biografe die Onno Blom aan Jan Wolkers wijdde, is ook voor Hans Warren-fans belangrijk nieuws. Wat hen verbindt, is een meisje, Maria de Roo, afkomstig uit een welgesteld gezin in Goes. Symbool van de verbinding is een portret van haar, door Jan geschonken aan Hans, begin 1951. Zie de biografie, pagina 329. En zie ook een beetje de foto, een vroege versie van Hans Warrens werkkamer. Een typemachine die uit de prehistorie lijkt te dateren, als je goed kijkt een portret van zijn idool Jac. P. Thijsse, als je nog beter kijkt een portret van zijn favoriete auteur Alain-Fournier, en uitbundig door de zon bestraald de bewuste buste van Maria, een beeld dat laat zien dat Jan Wolkers niet alleen een goede schrijver maar ook een voortreffelijke beeldhouwer was. Wolkers was, zo begrijp ik nu, altijd extra nieuwsgierig naar de recensies van Hans Warren en soms extra boos over de inhoud: ‘Weer ouderwets gemeen valse kritiek van Hans Warren.’ Wolkers was jaloers omdat de ander Maria in haar mooiste jaren had gekend: ‘Je moest eens weten hoe ik Hans Warren haat omdat die je jeugd heeft gekregen.’ Maar ook heel gelukkig over hoe zijn voorganger haar had voorbereid: ‘Hij heeft bij haar liefde aangekweekt voor literatuur en poëzie, voor de fauna en flora van Zeeland.’ En zo verder op bladzijde 271. Maar ook alle andere elfhonderd pagina’s van Het litteken van de dood zijn het lezen waard.

Mario Molegraaf

 

ps Sinds kort is ons stuk over Maria de Roo, in 2008 verschenen in De Parelduiker, ook online bij De Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren (DBNL).

Huize ´Welgelegen´ te Schuddebeurs bij Zierikzee

Op zijn hervatte zwerftocht door Nederland fotografeert Martin van der Kamp landschappen en gebouwen die verbonden kunnen worden met het leven en werk van Hans Warren. Deze keer Huize ´Welgelegen´ te Schuddebeurs bij Zierikzee.

Vijfenzeventig jaar geleden logeerde de toen 20-jarige Hans Warren vijf dagen op Schouwen-Duiveland bij Johannes Vijverberg en zijn gezin. Vijverberg (1880-1965) was hoofdonderwijzer aan de Openbare Lagere School te Noordgouwe, ornitholoog, schrijver en fotografiepionier en woonde vanaf zijn pensioen in augustus 1940 in ´Welgelegen´ te Schuddebeurs. Terug in Borssele noteert Warren op 1 juni 1942 in zijn dagboek:

¨Terug uit Schouwen, van de familie Vijverberg, van wie ik in de vijf dagen dat ik er was zoveel ben gaan houden dat ik al een kwartier heftig heb zitten snikken, uit heimwee naar het rustige ´Welgelegen´ op Schuddebeurs, de vriendelijke, zachte stemmen van de heer en mevrouw Vijverberg, de plagerijen van Anna, naar het hondje Noukje.
Wat is het hier thuis akelig, ik voel me vervreemd; vader en moeder met hun sympathieën aan de kant van de vijand. Ik wist niet dat een politiek meningsverschil een gezin zo vijandig splitsen kon, maar ik moet zwijgen, ik ben afhankelijk en zwak. Hoe kunnen mijn ouders zo verblind en oerdom zijn, maar wat ik ook beweer, ze willen het niet geloven. Ik haat hen en ik schaam me voor hen en ik voel me ziek van verlangen naar de Vijverbergjes.¨

En een jaar later op 14 juni 1943:

¨- Tweede Pinksterdag. – Na al het landwerk wilde ik er wel eens even uit, ik ben een dag naar Schouwen gegaan, naar de Vijverbergs. In de vijver naast het huis van Vijverberg kwam een jonge kwak vissen. (…) Nog even op An V.´s verjaardag geklonken en om kwart voor vier weer op de boot gestapt in Zierikzee.¨