Hans Warren wandelpad geopend

Afgelopen donderdag werd op de zeedijk bij Borssele het Hans Warren wandelpad geopend, één van de tien themaroutes binnen het wandelnetwerk ‘Sporen in de zak’ (van Zuid-Beveland).

De opening werd verricht door Mario Molegraaf, samen met gedeputeerde Frans Hamelink en wethouder Jan Zandee, en twee steltlopende blauwe fabeldieren. Molegraaf las ter plekke, bij De Schelphoek, het gedicht ‘Baadster’ voor, één van de vijf gedichten die wandelaars op de wandelroute tegenkomen, in staal uitgefreesd (zie ons nieuws van 2 mei).

De Leidse student Deru Schelhaas, columnist van de universiteitskrant Mare, las bij deze gelegenheid de volgende wandelimpressie voor.

Klaprozen
In de trein naar Goes. Ik heb menselijke gedachten over de afwas en een scriptie van vijftienduizend woorden schrijven over een of ander ingewikkeld onderwerp.

In de auto naar Borssele denk ik het nog steeds: ik ben een mens, wat is het druk, ik heb helemaal geen tijd om wandelingen te maken, ik moet produceren, deduceren, weet-ik-veel-iceren.

Op het overstapje over het hek naar de Zeedijk, een horde voor een stadsjoch als ik die u straks ook zult nemen, kijk ik naar de lucht, die is loodgrijs. Nu kan ik alleen nog maar denken: als het maar niet gaat regenen.

Vijf gedichten langs de dijk en aan de waterkant. Ik ken ze al, ik lees ze al een jaar of twee. Hoe het daar kwam, ik weet het niet meer precies, opeens stond het in mijn kast. Een mooi groen boek. ‘Verzamelde gedichten-Hans Warren’, dat staat er op.

Maar zo, zo las, zo zag, zo kende ik ze nog niet. Hier zijn ze thuis, hier kunnen ze een spel spelen, met de lucht, loodgrijs of helder blauw, het water van de Westerschelde, de wandelaars die ze zullen lezen.

Of er verder veel veranderd is? Ik weet het niet. Een meeuw vliegt over, en piept, ik denk dat hij zijn vrienden zoekt, zoals er al vijftig jaar meeuwen piepen en overvliegen, en zoals ze dat hopelijk nog eeuwig doen. Langs de kant van een verder verlaten weg staan vier klaprozen, ik daag u uit ze straks te vinden. Regendruppels springen van de blaadjes af. Het is niet eens zo erg.

En ach, weet je wat. De afwas laat ik staan. Vijftienduizend klaprozen vouwen een klein kampeerbedje in mijn hoofd. Ik blijf vandaag in Zeeland!

Deru Schelhaas