Op zijn zwerftocht door Nederland fotografeert Martin van der Kamp landschappen, graven en gebouwen die verbonden kunnen worden met het leven en werk van Hans Warren. Deze keer restaurant Koriander te Drachten.
Uit het dagboek van Hans Warren: 20 nov. [2000] – 10.35 – Gisteren hebben we 780 kilometer gereden. (…) M. wilde eten in Koreander [sic] in Drachten. In lang niet zo’n frisse, verse en verrassende maaltijd gehad. Het was nog billijk ook. We kregen mogelijk de lekkerste fazant ooit, zeker de lekkerste bloedrode jonge houtduif. (…)
De foto is van
zaterdag 2 januari 1993. De plaats is Veere, het huis van uitgever Bert Bakker.
Voor Gerrit Komrij was het de mooiste avond die hij in jaren had beleefd. Hij
was ziek, maar vergenoegd steekt hij zijn zoveelste rokertje op en voor hem
staat zijn zoveelste Grolsch. Rechts op de foto tussen Yteke Waterbolk en Hans
Warren zit Charles Hofman, onlangs overleden en begraven naast Gerrit Komrij.
Natuurlijk naast Gerrit Komrij, want naar het idee van al hun vrienden was
Gerrit & Charles eigenlijk één woord. In die volgorde, dat wel, voor vrijwel
iedereen stond Charles in Gerrits schaduw. Voor vertrouwelingen een stuk
minder, Charles was altijd nadrukkelijk aanwezig, doorgaans gul en sprankelend,
op mindere momenten bijna bruut. Charles Leopold Hofman, van begin af aan droeg
Gerrit Jan Komrij zijn werk aan hem op. Hij had, behalve zijn schoonheid,
allerlei gaven. Een bijzondere aanleg voor koken bijvoorbeeld, nauwelijks aan moeilijke
eter Gerrit besteed. Maar ook voor kunst, hij maakte opmerkelijke glas-in-lood
ramen en interessante grafiek. Soms sieren Hofmans prenten bibliofiele bundels
van Komrij. Zie bijvoorbeeld dit speciale exemplaar van Het schip De Wanhoop
uit 1979, nummer II, dat herinnert aan een maaltijd in het Amsterdamse restaurant
‘New Delhi’. Charles Hofman levert een portret van Gerrit Komrij. O ja, er was
die vreselijke verwijdering tussen Gerrit en Hans, en daarmee tussen Charles en
mij. Maar op een dag ga ik langs in Vila Pouca da Beira om bloemen te leggen op
het graf van Gerrit & Charles, voor altijd één woord.
Op zijn zwerftocht door Nederland fotografeert Martin van der Kamp landschappen, graven en gebouwen die verbonden kunnen worden met het leven en werk van Hans Warren. Deze keer: Oudemirdumer klif.
In het tijdschrift In weer en wind publiceerde de jonge Warren (die zich hier nog Joh. A.M. Warren noemde) een reiskroniek. Deze aantekeningen uit zijn natuurdagboek stammen uit 1942 en werden in 1946 gepubliceerd. In zijn Geheim Dagboek noteerde hij over dit uitstapje: “27 juli – 12 u – Zaterdagavond thuisgekomen van een elfdaagse zwerftocht naar de noordelijke provincies. Ik voel me apathisch, opgejaagd, kom nergens toe.” (GD 1942 – 1944, p. 33).
21
juli [1942]. (…) Over Sondel en Nije Mirdum reden we naar Oude
Mirdum, waar we plotseling in een heel ander landschap arriveerden: de
lage weiden hadden plaats gemaakt voor heuvelig, zandig terrein, het
golvende land van Gaasterland, met zijn roggeakkers, eiken en
grasklokjes. Natuurlijk bezochten we de Oude Mirdummerklif, een steile
rosgele zandkant, vol aardige zwerfstenen aan de voet, waarvoor zich
velden met kruis- en zeedistel en gedoornd stalkruid uitstrekten, de
zeedistels het meest naar de waterkant toe. Daarop volgde een moerassige
strook, vervolgens een paalschoeiïng en daarachter het IJsselmeer met
zeilschepen en heel ver weg, als je boven op de hoogte stond, de kust
van het uitstekende gedeelte van Noord-Holland flauw zichtbaar.We
bekeken geïnteresseerd de prachtige glanzende zwerfstenensoorten, de
bonte bloemenpracht en vermeerderden onze zeer geringe kennis van de
Friese taal door conversatie met een heel gezelschap vrolijke
Friezinnetjes, die een uitstapje van Leeuwarden naar de klif hadden
gemaakt.Er waren weinig vogels, slechts wat grote
sterns visten boven het water, hun krachtige roep “tierra, tierrie”
weerklonk telkens. (…)
De omgeving is bijna
onherkenbaar. Huizen, wegen, wegrestaurants, om er een vriendelijk woord voor
te gebruiken. Maar binnen blijkt de verandering minstens even groot. Binnen in
Pijkeswegje 1, Hans Warren woonde er vanaf zomer 1957 tot aan zijn dood in 2001.
Ik verscheen er in 1978, in wat oorspronkelijk twee arbeidershuisjes uit de zeventiende
eeuw waren, behorend bij de naburige boerderij. Een woning met een verhaal, de Provinciale
Zeeuwse Courant wijdde er een artikel aan toen het pand onlangs te koop kwam
te staan. De prijs bedraagt 395.000 euro. En er is erfpacht verschuldigd, €6.742,62
per jaar, geen cent minder. Die erfpacht was voor uitgever Mai Spijkers reden
van aankoop af te zien. Anders had hij van het pand, even ten zuiden van Goes,
misschien het ‘Prometheus Schrijvershuis’ gemaakt. De erfpacht heeft met het
verleden te maken, een testamentaire bepaling die wil dat de begunstigde minstens
een stukje Zeeuwse grond behoudt. De bazin van Hans Warrens huis (eveneens van
de boerderij en de omringende landerijen) was Marcella Catharina Clotterbooke
Patijn van Kloetinge (1905-1994), geen woord minder, ofwel eenvoudig Lady Trench,
vanwege haar huwelijk met Nigel Clive Sir Trench 7th Baron Ashtown KCMG (1916-2010),
ex-Eton, ex-Corpus Christi Cambridge. In zijn dagboek noemde Hans Warren hen
altijd met sympathie, bijvoorbeeld in 1977: ‘Mijn dierbare huisbazen, ruim
twintig jaar al.’ We gingen een keer bij hen op bezoek in hun deftige huis in
Londen, 4 Kensington Court Gardens. Er staan nog wat adressen in Hans Warrens
befaamde boekje. Sir Trench, die uitstekend Nederlands sprak, was onder meer in
Korea en Portugal ambassadeur van Groot-Brittannië geweest. Ook de Trenches
zouden zijn geschrokken van Pijkeswegje 1 anno 2019. Hier is een wel zeer
ijverige doe-het-zelver aan de slag geweest. Niets is overeind gelaten. Zelfs
de plattegrond biedt nauwelijks een aanknopingspunt. Een zo vertrouwd huis
waarin je toch zou verdwalen. Er is nu centrale verwarming en een slimme meter.
Maar ik wil het toilet weer terug waar het acht graden kon vriezen, de
bedsteden natuurlijk, door ons omgetoverd tot wijnkelder en bibliotheek, en de
schuur vol koerende duiven niet te vergeten. Het was niet ons bezit, maar wel
onze enclave. Verleden tijd, niet zijn huis meer, niet meer het huis van Hans
Warren. Waar is hij nu nog thuis?
Op zijn zwerftocht door Nederland fotografeert Martin van der Kamp landschappen en gebouwen die verbonden kunnen worden met het leven en werk van Hans Warren. Deze keer de Menkemaborg te Uithuizen.
Geheim Dagboek 1 juli [1992] – 13.15 – (…) We waren gisteren naar Groningen en Drenthe. (…) Het was inmiddels zo laat geworden dat we enkel nog naar Uithuizen konden, naar de Menkemaborg. Het was er heerlijk stil, op schreeuwende pauwen, druk kakelende kauwtjes en liederlijk rochelende reigers na. Het zijn eigenlijk drie achter elkaar staande, talloze malen verbouwde huizen zonder stijl. In de tuin een haast feeëriek rosarium met veel trosroosjes in volle bloei. Overal reigers die kotsgeluiden maakten. (…)