Uit de nalatenschap van Hans Warren – deel 8

Momenteel werkt Mario Molegraaf aan de biografie van Hans Warren. Op zijn ontdekkingstocht door het leven van Warren stuit hij regelmatig op interessante vondsten. Op de eerste dag van elke maand deelt hij zo’n vondst met de bezoekers van onze website.


De lezers van Geheim dagboek kennen hem als Willem, maar hij ging door het leven als Adrie Duvekot, of om volledig te zijn Adriaan Willem Duvekot (28 november 1920 – 28 februari 2004). De boerenzoon en Hans Warren zouden vrienden voor het leven worden. De vriendschap begon al op de lagere school, en zoals een bericht uit de krant van 19 juli 1935 leert, werden zij als enigen uit Borssele toegelaten tot de H.B.S. in Goes. Een paar jaar liepen hun levens parallel, tot in 1939 Hans Warren bleef zitten en Adrie Duvekot overging. Duvekot slaagde in 1940 voor het eindexamen, en ging vervolgens aan het Zeeuwsch Technisch Instituut studeren. Najaar 1942 mocht hij zich waterbouwkundige noemen. Pas een paar jaar later kreeg hij een baan, uitgerekend hij volgde de aan de kant gezette vader van Hans Warren op. Pijnlijk, maar wonderbaarlijk genoeg werd de vriendschap hierdoor niet weggespoeld. Wat hen bond was niet de waterbouwkunde, maar de kunst. Ook in dit opzicht had Adrie Duvekot aanvankelijk een voorsprong. Een wonderkind is te veel gezegd, maar al op jonge leeftijd was hij een goede tekenaar zoals een zelfportret van hem dat ik onlangs verwierf duidelijk maakt. Vanaf de tekening, gedateerd 16 mei 1937, kijkt een bebrilde jongen met krullen de beschouwer indringend aan. Jammer genoeg is het me niet gelukt het werk op enigszins aanvaardbare wijze te reproduceren, maar een zelfportret van wat later datum geeft ook een indruk van zijn talent. Hans Warren spreekt in zijn natuurdagboek op 31 december 1942 van ‘een vriendschap van kunstvrienden die mij grote rijkdommen en waarden schenkt’. Toch is het voor hem altijd een vriendschap onder voorbehoud geweest. Op 7 juni 1943 schreef hij een gedicht over zijn omgang met ‘A.W.D.’ en een andere jongeman uit Borssele. Die twee oordeelden druk over ‘boeken, geleerden’. Hans Warren voelde dan weliswaar ‘de angel der ijverzucht’ steken, maar hij besefte ánders te zijn: ‘Mijn geest werkt snel, ontledend koel/ Hoewel ik jullie heel vaak zie/ Merk ik, dat ik slechts sympathie/ Voor jullie, maar geen vriendschap voel.’ Zijn gevoel leidde hem zo fijn: ‘Dat ?k jullie zie, voor nu en later/ Dwars dóór die zwakke klaterschijn’. Zijn gevoel was juist. Adrie Duvekot had een voorspelbare loopbaan als ambtenaar, toen hij in 1982 afscheid nam was hij plaatsvervangend hoofd technische dienst bij waterschap Noord- en Zuid-Beveland. Maar Hans Warren zou slagen in de kunst en zijn voorlijke vriend ondanks nijver pogen niet.

Mario Molegraaf