Holmans Hoofdstad

In zijn column (Holmans Hoofdstad) in Het Parool van gisteren komt Theodor Holman terug op zijn interview met Mario Molegraaf van afgelopen dinsdag (zie nieuws 7 januari). De afgelopen dagen las ik een boek dat me zo heeft aangegrepen, dat ik er iedereen over moet vertellen: Geheim Dagboek 2001 van Hans Warren. Het boek heeft daarmee – na bijna drie maanden – dan toch nog Het Parool gehaald, zij het slechts in een column. Holmans stuk bevat een groot aantal stilistische eigenaardigheden (slordigheden). Wat te denken van de laatste “hij” in het volgende citaat:

Hij woont samen met zijn vriend M. Ze wonen al 23 jaar samen, hebben lief en leed met elkaar gedeeld. Op 19 december 2001 sterft Hans. Op de dag voor z’n begrafenis opende hij het dagboek […].Ook geen stijlbloempje: het dagboek is het dikste dagboek van hem. En wat betekent: Als literatuur meedogenloos moet zijn, dan is dit een meedogenloos boek? Holman geeft Mario “een enorme pluim”: Al een maand voor Hans zijn dood […] kreeg Mario er door een toeval een licht vermoeden [van !] hoe hij mogelijkerwijs in het dagboek beschreven zou worden, maar omdat hij het zich niet kon voorstellen, drong hij niet verder aan. Holman besluit met de mededeling dat Mario Molegraaf nu “twee jaar” (= 1 jaar en 3 weken!) verder is en dat het huis waar hij met Warren gewoond heeft, intussen verkocht is. Een, zowel stilistisch als inhoudelijk, prachtig stuk over Geheim Dagboek 2001 verscheen afgelopen donderdag (9 januari) in Trouw. Het stuk is van de hand van Bert Keizer, arts in een verpleeghuis en bekend van zijn boek Het refrein is Hein (1994). Keizer raadt iedereen het dagboek aan omdat je zelden een zo heldere lamp ziet branden in een zo schamele woning.

In het dagboek ziet Keizer beschreven wat hij kent uit zijn dagelijks werk: Langdurig voor een zieke zorgen is geen doenlijke opdracht, hoeveel je ook van elkaar houdt. Als van twee gelieven één in de versukkeling raakt en zich als een drenkeling gaat vastklampen aan de ander die het nog redt, ontstaat er vrijwel altijd een omarming die zo beklemmend wordt dat de gezonde zich er desnoods met geweld uit zal trachten te bevrijden. Lichamelijk en geestelijk geweld. De lichamelijke variant is zo weinig zeldzaam dat er in het Engels een standaarduitdrukking voor bestaat: “granny bashing”.[…] Als mens kan ik over Molegraaf slechts zeggen: ik neem ootmoedig mijn petje voor hem af, want hij heeft zich samen met zijn stervende vriend een weg moeten zoeken door een rampgebied. Achteraffers weten altijd betere routes, maar niemand die Molegraaf of Warren tijdens de vreselijke tocht op een kaart heeft gewezen.Van Keizer mag Komrij, voor zijn recensie van Een stip op de wereldkaart, de gevreesde singultus vaginalis (= de kuthik) krijgen. (Met dank aan Ria Zifkamp, die ons op het artikel wees.)