Eerder op onze website vertelden we dat in Monnickendam Warrens gedicht Reiger op de gevel van een flat werd aangebracht. Deze gevel blijkt nu te zijn ingestort.
Categoriearchief: Nieuws
Brak gevel door muurgedicht?
Directeur Ron Manuel van de Algemene Woningbouwvereniging Monnickendam (AWM) wacht nog op het onderzoeksrapport, maar wil op voorhand niet uitsluiten dat het metershoge muurgedicht op de kopgevel heeft bijgedragen aan het instorten van die gevel.
“We hoorden van bewoners wel dat er haarscheurtjes in het gedicht zaten, en we hebben direct de gedichten op de kopgevels van de andere flats onderzocht, maar daar was niets mis mee. Mogelijk blijkt uit het onderzoek dat we de muren van extra ankers moeten voorzien.”
(…)
In heel Waterland zijn muurgedichten aangebracht, een initiatief van Aréopagus, het inmiddels opgeheven centrum voor kerk, cultuur en samenleving. Op de flat aan de Corn. Dirkszlaan stond het gedicht ‘Reiger’ van Hans Warren. De gedichten zijn geschilderd op een laag cement die tegen de gevel is aangebracht.
De AWM beheert elf van dergelijke flats, waarvan er inmiddels zeven zijn gerenoveerd. “Ook op de andere flats staan muurgedichten, en die staan ook met hun kop vol op de wind. Vraag is of het extra verankeren van de muurgedichten het risico wegneemt. De flats worden elk jaar geïnspecteerd. En we weten niet of het instorten door die muurgedichten komt.”
Noordhollands Dagblad, 19 februari 2011
Biografie Rudolf Hagenaar
Tijdens zijn leven is Warren lange tijd bevriend geweest met de kunstenaar Rudolf Hagenaar. Warren was een groot bewonderaar van zijn werk. Bij uitgever Art Revisited verschijnt op 31 maart Rudolf Hagenaar. Leven en werk, geschreven door Jan Stassen.
Uit de flaptekst:
Rudolf Hagenaar (1927, Soerabaja – 2006, Goes) werkte van 1954 tot zijn pensioen als tekenleraar op het Goese Lyceum in Zeeland. Zijn hele leven tekende en schilderde hij, maar hij heeft lange tijd niet willen exposeren. De belangrijkste reden daarvoor was dat Hagenaar niet wilde schilderen om te verkopen. Hij maakte wat hij mooi vond, zonder zich te storen aan de heersende smaak.
Na een modernistische opleiding in Amsterdam, en een periode waarin hij oude meesters – van Caravaggio tot Vermeer – navolgde, kwam Hagenaar in het begin van de jaren zeventig tot een eigen stijl van figuratie. Zijn geïsoleerde mensfiguren en klassieke bouwwerken zijn teruggebracht tot hun meest pregnante aanwezigheid, hun volume scherp afgetekend in de omringende ruimte. Deze overweldigende aanwezige vorm roept vragen op. Waarom is dit zo weergegeven? Gaat het Hagenaar om volmaakte proportionering en schoonheid, of huilt hier de wind van de tijd? Of is het allebei? In dat geval zijn de woorden van de criticus Hammacher van toepassing: hier schildert iemand ‘met het geluk van de vervoering en het oude leed van de eindige werkelijkheid in de blik van de ogen’.
Zie: Uitgeverij Van Gorcum
Lang interview van Martin Ros met Hans Warren on-line
Het doel van de opname bleef me duister, internet of iets dergelijks, whatever that may be. Maar daar komen we nu dus op, en dat zal wel belangrijk zijn. Zo schreef Hans Warren op 27 februari 2001 in zijn Geheim Dagboek. Het gaat om een interview waarvoor Kick Stokvis en Martin Ros bij Warren en Molegraaf thuis te gast waren. Het was bedoeld voor internet, maar het filmpje is daarop heel lang niet te vinden geweest. Nu heeft de maker, Kick Stokvis, het interview van Ros met Warren op Youtube gezet. Drie kwartier, ongemonteerd, uniek materiaal.
Wandelen door het Gooi met Van Eeden en Van Deyssel
Na Hart van mijn land ik ben terug publiceren wij dit voorjaar opnieuw een wandelboek in de reeks van Uitgeverij Bas Lubberhuizen: Het beste mijner paradijzen: wandelen door het Gooi met Van Eeden, Van Deyssel en anderen.
De tekst uit de voorjaarsaanbieding van de uitgever:
Dankzij de aanleg van de spoorlijn Amsterdam-Amersfoort in 1874 werd het Gooi een creatieve broedplaats voor schrijvers, schilders, wereldverbeteraars en dichters. Het werd ook een populaire streek voor veel Tachtigers. In dit boek volgen we vooral twee van hen, Van Eeden en Van Deyssel.
De wandel- en fietstochten in deze literaire reisgids voeren langs de laatste resten van Van Eedens utopie, de kolonie Walden, en in Hilversum langs locaties uit de jeugd van Van Deyssel. In Baarn staat het monumentale huis dat Van Deyssel cadeau kreeg van zijn vrienden, maar waar hij diep ongelukkig was. Onderweg ontmoeten we volop andere schrijvers en dichters. Bekende namen, zoals Louis Couperus, Willem Kloos, Herman Gorter en Carry van Bruggen, maar ook tijdgenoten met een vergeten oeuvre. Welke dichter wurgde zijn vrouw met een laken? Wie speelde graag cricket? En waarom trok de schrijver Adriaan van Oordt in zijn hut op Walden middeleeuwse kleren aan?
Het beste mijner paradijzen biedt aan de hand van dagboeken, brieven, romanfragmenten en poëzie een (hernieuwde) kennismaking met de rijke Nederlandse literatuur aan het einde van de negentiende en het begin van de twintigste eeuw.