Uit de nalatenschap van Hans Warren 144 ~ De Roode Lantaarn

Zou het opzet zijn geweest, die bescheiden naam De Roode Lantaarn? De rode lantaarndrager is de achterhoede, de nummer laatst in het peloton. In ieder geval was het vlammetje van De Rode Lantaarn snel weer gedoofd. Men hield het precies vijf afleveringen vol, vanaf augustus 1945 tot en met december 1945, om in januari 1946 op te gaan in Columbus. Dat ‘litterair-cultureel maandblad der jongeren’ was weer een samenvoeging van tijdens de bezetting illegaal verschenen bladen als Maecenas en Parade der Profeten. Allemaal uitgaven waaraan Hans Warren meewerkte, maar zijn betrokkenheid bij De Rode Lantaarn ging verder. Daarop wijst in ieder geval het colophon: het blad zou een privé-uitgave zijn van een aantal dichters, onder wie Ad den Besten, Gerrit Kouwenaar, Paul Rodenko, Hans Warren en initiatiefnemer Jan Praas. Waarbij opvalt dat Hans Warrens naam pas sinds nummer 3 in het colophon opduikt. Praas’ brief aan hem, gedateerd 18 september 1945, maakt duidelijk hoe we dit moeten opvatten. ‘Voel je er iets voor vast medewerker te worden?’ is de vraag. En dat betekent ‘tevens redacteur en uitgever zijn’. Verder wordt honorarium beloofd en volgens een afrekening ook betaald. Nummer 3 is tevens de eerste aflevering met werk van Hans Warren, ‘Bij een graf’, over het graf van een op het strand aangespoelde Engelse soldaat. Het gedicht zou, sterk aangepast, weer verschijnen in de bundel Een otter in Americain (1978) en daarna razendsnel (zie de drie jaar later uitgekomen Verzamelde gedichten 1941-1981) uit Hans Warrens poëtische oeuvre verdwijnen. Nummer 3 van De Rode Lantaarn opende met dit lange gedicht. In nummer 1 kreeg Thomas Vodijn deze ereplaats, in nummer 2 Den Besten, in nummer 4 Kouwenaar, in nummer 5 Guillaume van der Graft. De Rode Lantaarn gold vanwege de uitvoering en de genummerde oplage als een ‘bibliofiel tijdschriftje’, zoals P.J. Meertens het na verschijning van het allereerste nummer noemde in een beschouwing ‘De poëzie der allerjongsten’. De rest is literatuurgeschiedenis, literatuurgeschiedenis zoals bedreven door Piet Calis in Speeltuin van de titaantjes. Schrijvers en tijdschriften tussen 1945 en 1948. Het speelkwartier was voor De Roode Lantaarn dus snel voorbij. De abonnees liepen weg: ‘Iedere dag brengt de post afschrijvingen […] Deze week zeker 15!’ schreef Praas aan Den Besten. Hans Warren bleef aan allerlei letterkundige bladen meewerken, maar een positie als ‘redacteur en uitgever’ had hij nooit meer.

MARIO MOLEGRAAF

Uit de nalatenschap van Hans Warren 143 ~ Ronald Giphart

In 2001 hield Ronald Giphart een dagboek bij, het jaar erna verschenen in de reeks Privé-domein onder de titel Het leukste jaar uit de geschiedenis van de mensheid. Geen geheim dagboek, maar openhartig genoeg, al onthult hij niet welk bedrag zijn royalty-afrekening vermeldt. Op 19 december 2001 staat hij stil bij de dood van ‘de oude bonobo uit Kloetinge’, niet eens zo’n gekke dierenvergelijking. ‘Warren was een groot dichter, een groot recensent, een groot geheim-dagboekschrijver’. De grote recensent wordt geciteerd op het buikbandje van de uitgave: ‘Giphart blijkt een uitstekend dagboekschrijver’. In Hollands maandblad waren al enkele aantekeningen verschenen, en in de PZC had ‘H.W.’ daarover bericht. Dat Giphart op positieve recensies uit Kloetinge mocht rekenen, was van invloed op zijn oordeel, zegt hij er eerlijk bij. ‘Warren liet zich nooit kennen. Zowel in Giph als in ons Vakantieboek wordt er zeer de draak met hem gestoken […] maar daar heeft hij nooit kleinzerig over gedaan’. Giphart spotte met ‘Hans Homeros Warren’, verwerkte dichtregels van hem in zijn romans en stuurde in 1995 een exemplaar met opdracht naar ‘meneer Hans’ van het samen met Bert Natter geproduceerde De beste schrijver van Nederland. Misschien is Ronald Giphart nét niet de beste schrijver van Nederland, maar hij schreef de mooiste, liefste, fijnste woorden bij Hans Warrens dood.

MARIO MOLEGRAAF

Boekenweek: signeersessie Opperhuidmens

Tijdens Scheltema’s Schrijversestafette op zaterdag 22 maart zal biograaf Mario Molegraaf ook aanwezig zijn om Opperhuidmens te signeren. De estafette begint om 13:00, Mario is vanaf 15.30 tot 16.00 uur aanwezig.

Locatie: Boekhandel Scheltema, begane grond (Rokin 9, 1012KK Amsterdam).