Uit de nalatenschap van Hans Warren – deel 16: Ida Gerhardt

Momenteel werkt Mario Molegraaf aan de biografie van Hans Warren. Op zijn ontdekkingstocht door het leven van Warren stuit hij regelmatig op interessante vondsten. Op de eerste dag van elke maand deelt hij zo’n vondst met de bezoekers van onze website.


Meer dan een halve eeuw heeft Hans Warren het werk van Ida Gerhardt gevolgd, maar er is slechts één ontmoeting geweest. We hadden nog geen auto, dus namen we op 12 februari 1983 de trein van Goes naar Zutphen. Het was carnaval, een luidruchtige optocht trok door de stad, maar in de boekhandel van Ad ten Bosch heerste een gewijde stilte. Zo herinner ik me de middag tenminste, de middag dat Ida Gerhardt haar nieuwe bundel signeerde, met nadien een koud buffet. Anderen verdiepen zich in de betrekkingen tussen Hans Warren en Ida Gerhardt, zo weet ik. Daarom zal ik hier niet te veel verklappen over hun nooit gepubliceerde, maar fascinerende correspondentie. Vooral fascinerend vanwege alles wat diplomatiek níet of heel omfloerst wordt gezegd. En ik ga ook niet in op Hans Warrens recensies, hogere balanceerkunst tussen bewondering en ergernis. Het gelukkigst maakten we haar misschien met een exemplaar van onze Kavafis-vertaling. Ze berichtte op 1 december 1984: ‘Tot mijn grote vreugde bespeur ik dat ik de Griekse tekst (wat een openbaring dat die er naast staat!) kan volgen. – Lang geleden heb ik in Leiden college gehad van Prof. Hesseling, die de vier eerstejaars die bij hem Nieuw Grieks leerden lezen, nog aan huis ontving. Een enorme St Bernardhond volgde nauwlettend wat zijn meester zei, en wat de studenten stamelden.’ De mens is zoals zijn schrift, dat geldt zeker voor Ida Gerhardt. Als je deze twee plaatjes bekijkt, heb je geen psychologen meer nodig. De envelop bevatte haar eerste brief aan Hans Warren, geschreven op 11 november 1973. Kijk hoe de woorden erbij staan, als barse bevelen aan de post. Iemand die geen twijfel kent, in elk geval niet zoiets wil laten merken. Een liniaal heeft ze niet nodig om haar orders te voorzien van liniaalrechte onderstreping. En dan die briefkaart van 27 november 1988. Kijk maar niet, het is bijna te erg. Blindheid treft haar. De vrouw van het woord verliest de greep over haar eigen woorden.

Mario Molegraaf