Uit de nalatenschap van Hans Warren 107 ~ Arcangelo

Op deze tekening van Hans Warren zien we een sierduif. Niet zomaar een sierduif, maar een schitterende vinkduif, een goudblauwvleugel vinkduif om precies te zijn. Er staat een datum op de tekening: 7 februari 1963. Plus de vermelding: ‘Voor Willem van Hans’. Willem is Willem Palsenbarg uit Goes, een van Hans Warrens leermeesters als het gaat om natuurstudie en duivensport. In de duivensport (we hebben er op deze plaats eerder over gesproken) was Hans Warren een tijdlang een uitblinker. Vooral was hij een specialist wat betreft de vinkduif, archangel is de Engelse naam, archangel pigeon. Vandaar het pseudoniem dat Hans Warren koos om over vinkduiven te schrijven: hij noemde zich voor de gelegenheid Arcangelo. De stukjes van Arcangelo verschenen in het blad Avicultura, een tijdschrift ‘voor sport- en rassenteelt van pluimvee, duiven, konijnen, pelsdieren en vogels’. Allerlei afdelingen en onderafdelingen konden er hun mededelingen in kwijt, de Pluimvee- en Konijnenfokkersvereniging Haren of de Limburgse Sierduivenfokkersclub. Ook de Vinkduivenclub was vertegenwoordigd, een tijdlang met de door Arcangelo verzorgde rubriek, vol aanwijzingen voor zijn medefokkers, met gezag gebracht. Er zit dan ook duidelijk veel inzicht en ervaring achter. Bijzonder was vooral dat Arcangelo verder keek dan Haren of Limburg, hij had zich internationaal georiënteerd. Hij onderhield contacten met topfokkers uit Duitsland en Engeland, en kon zo alles vertellen over de twee verschillende richtingen bij het fokken van roodzwartvleugels. Een erudiete colombofiel aan het woord, maar Arcangelo was ook gul met praktische tips. Jammer genoeg heeft zijn loopbaan bij Avicultura niet lang geduurd. Zijn eerste bijdrage verscheen op 23 maart 1961. De laatste aflevering stond op 19 oktober 1961 in het blad, hij verwijst erin naar zoekgeraakte kopij. Misschien was het ergernis daarover die Arcangelo zo snel tot zwijgen bracht. Maar met overgevoeligheid kom je ook in deze tak van sport niet ver. Daarover kon Arcangelo meepraten. Op 18 mei 1961 pleit hij zelfs voor het opeten van minder goed gelukte exemplaren: ‘En daar jonge Vinkduiven werkelijk een bijzonder smakelijk hapje opleveren (het vlees heeft een tikje een wildsmaak) is men met zulke miskleurigen contenter op tafel dan in het hok’.

MARIO MOLEGRAAF