Scriptie over Een vriend voor de schemering

Aan de Universiteit Gent heeft Ludovic Bol onlangs een licentiaatsverhandeling geschreven over Warrens Een vriend voor de schemering, de in 2005 postuum gepubliceerde roman. De volledige scriptie is hier te vinden. Bol vertelde ons hoe hij tot het schrijven van deze scriptie is gekomen en wat hij zelf van de roman vindt.

Vorig jaar ben ik bij de start van de zomervakantie naar prof. Coigneau (UGent) gegaan met een interesseveld waarbinnen ik een scriptie wou maken: homoseksualiteit – (jeugd)literatuur – allochtonen. Na enkele voorstellen van mezelf gaf mijn promotor me de roman Een vriend voor de schemering omdat die roman raakvlakken had met mijn interesses.

Er was meteen ook een probleem: er bestond heel weinig wetenschappelijk materiaal over de roman. Zeker in het Gentse bleef het beperkt tot enkele (niet-wetenschappelijk) recensies in dagbladen in een uitgebreide knipselmap over de auteur en zijn werk. Over de auteur en zijn werken kon ik gelukkig terecht in een recente bijdrage in het Literair Lexicon.

In dat opzicht, het weinige materiaal dat al rond de roman bestond, werd een vergelijking met de dagboeken de enige invalshoek op de roman die ikzelf wetenschappelijk bevredigend vond. De dagboeken, waar al heel veel over geschreven was, boden me het houvast die ik optimaal had moeten vinden in wetenschappelijke artikelen.

In eerste instantie was ik niet heel enthousiast over de roman. Dat kwam vooral door het tweede boekdeel over Heste met zijn lange passages over fauna en flora. Een weinig opwindend deel dat bol stond van de doorzichtige metaforen over het verdorde personage Heste. Bij een tweede en derde lezing stoorde die verstilling me niet meer. Ik besteedde in mijn latere lezing vooral aandacht aan de aanzetten (de toespelingen op de toekomst) die Warren in dat hoofdstuk bracht.

De kracht van Warren, zijn zintuiglijkheid en het uitvoerig beschrijven van zijn personages, vormen mijns inziens ook een grote drempel voor de jonge, hedendaagse lezer zoals ikzelf. Ook de voor zijn tijd vooruitstrevende en gedurfde thematiek van de roman valt niet langer op in de hedendaagse literatuur. Een vriend zal volgens mij dan ook niet meer dan een prettig curiosum blijven voor wie Warren al leest, of gericht zoekt naar een roman die iets brengt rond homoseksualiteit en allochtonen. Ik kan me zelfs in mijn mildste bui niet inbeelden dat de roman op eigen kracht lezers zal weten aan te trekken. Daarvoor is het ‘momentum’ van de roman voorbij.

Beschouw ik deze roman dan als een tevergeefse en overbodige roman? Neen. Een vriend brengt een op zich waardevolle schets van mensen die op zoek zijn naar liefde. De clash tussen realiteit en romantiek en zeker het realistische einde, wist ik te appreciëren.
Als me een ding spijt na het maken van deze bespreking van de roman, dan is het mijn falen om tijd vrij te maken om dieper in te gaan op allerlei vragen. Deze scriptie is zonder valse bescheidenheid maar een sobere en heel onvolmaakte bijdrage tot het ‘onderzoek’ rond de roman. “Kiezen is verliezen” luidt het cliché, maar ik heb heel wat interessante invalshoeken, zoals het tot stand komen van de roman, de thematiek van het decadentisme (Wouter als flaneur in de grootstad), het pastorale versus de grootstad, de literaire relatie niet kunnen verkennen.