De werkers

De werkers
Gekozen door Mario Molegraaf

Je moet spaarzaam omspringen
met die flonkerende kristallen
en ritselende franje.
Maar geslepen voor je linkeroog
de onheilspellende rooktopaas
en voor je rechteroog
de groen en paars gevlamde amethyst
met daar als wimpers rondom heen
vier opgekrulde gouden strookjes
zie je er schattig uit.

Ook moet je niet te vaak verschijnen
met die hoerige accessoires.
Maar neergebogen over je geslacht
die ingekrulde zachte struisveer
en rond je bruine hals dan enkel nog
de band van donkergroen fluweel
zie je er echt opwindend uit.

Dan prikken we bij kaarsenschijn
mollusken uit hun parelmoer,
telkens knallen nieuwe kurken.
En ik geef je een knipoog
omdat we morgen voor dag en dauw
weer op klompen staan, met overalls aan,
in de handen spuwen en roepen
Jongens, ho!

Hans Warren, Verzamelde Gedichten. (Amsterdam: Bert Bakker, 2002)