Jaarlijks archief: 2008

Muze Warren en Wolkers

Woensdag 15 oktober 2008, 07:48

AMSTERDAM – Het literair-historisch tijdschrift Parelduiker (van uitgever Bas Lubberhuizen) wijdt in de nieuwste editie twee artikelen aan de vorig jaar overleden auteur Jan Wolkers.

Ronny Boogaart en Eric de Rooij schetsen aan de hand van bronnen en gesprekken met Wolkers’ oudste zoon Eric het tragische leven van zijn eerste vrouw, Maria de Roo (1923-1993).

Weinigen weten dat zij voor haar huwelijk met Wolkers de muze van Hans Warren is geweest. ‘De zwijgzame Sibylle’, zoals Warren haar noemde, zat bij hem in de klas in Goes en was zijn eerste jeugdliefde. Maria de Roo inspireerde hem tot vele gedichten. Na de oorlog ging zij in Leiden wonen en ontmoette daar Jan Wolkers. Centraal in het verhaal en in haar leven staat het verlies, door een tragisch ongeluk in huis, van hun tweede kind Eva, beschreven in Een roos van vlees.

Het andere artikel, van Arno van der Valk, beschrijft de verfilming van die roman door Jon Lindström in 1985. Wolkers zelf vond En ros av kött de beste verfilming van zijn werk.

Maandag onthulling Hans Warrenpad

De gemeente Goes laat weten:

Aanstaande maandag 20 oktober, op de verjaardag van Hans Warren, worden om 16.30 uur twee borden ‘Hans Warrenpad’ geplaatst.
Voorzitter Culturele Raad Marlize Laport draagt voor uit werk van Hans Warren en burgemeester Dick van der Zaag zal een woordje namens de gemeente spreken.
Als u ter hoogte van het ziekenhuis vanaf de ‘s-Gravenpolderseweg het Pykeswegje in gaat, vindt u het Hans Warrenpad na ca. 50 meter aan uw rechterhand. Het Hans Warrenpad loopt vlak naast het huis waar Hans Warren woonde.

Van Os dicht over Warren

Deze maand verscheen de dichtbundel Vrouwenliefde & andere gedichten van Th. van Os. Daarin ook een lang, bij vlagen vilein, gedicht getiteld ‘Ruig, donker, bitter’, dat – zonder dat hij bij naam wordt genoemd – over Hans Warren gaat. Twee fragmenten.

De oude dichter kijkt nog één keer om
zich heen naar wat hij heeft

verzameld en tentoongesteld:
hij heeft zo veel geschreven dat elk woord
een echo is van wat hij eerder vond.
(…)

Ik die Grieks ben, fluisterde hij, ook al
weet hij bittergoed dat hij altijd
een magere mie blijft uit een Zeeuws gat,
nog even lelijk, van kazig naar verkreukeld,
en nog altijd even iel, al draagt hij nu
de grote buiktrom van zijn dood voor zich uit.
(…)