Uit de nalatenschap van Hans Warren – deel 1

Momenteel werkt Mario Molegraaf aan de biografie van Hans Warren. Op zijn ontdekkingstocht door het leven van Warren stuit hij regelmatig op interessante vondsten. Vanaf nu deelt hij op de eerste dag van elke maand zo’n vondst met de bezoekers van onze website. Vandaag presenteren wij met enige trots de eerste aflevering van deze serie: mogelijk het allereerste gedicht van Warren.

Dit treurige velletje papier bevat mogelijk Hans Warrens eerste, nog bekende gedicht. Ongedierte heeft van de datering rechtsonder weinig over gelaten: 1 D is nog te zien en achteraan bungelt een 4. Er heeft 1 December 1934 gestaan. Een paar dagen later, vernemen we uit de krant, nam meester De Priester in Borssele afscheid ‘als hoofd der openbare school, wegens het bereiken van den 65-jarigen leeftijd.’ Huibregt de Priester, in 1869 in Borssele geboren, had in 1909 zijn vader opgevolgd. De benoeming was geen sinecure geweest, hij kreeg in de gemeenteraad uiteindelijk vier van de zeven stemmen. In het dorp reageerde men opgetogen. Zodra de benoeming bekend was, ontplooide – weer volgens de krant – ‘een aantal ingezetenen de nationale driekleur en stroomde het felicitaties.’ Het enthousiasme over meester De Priester is in Borssele nooit bekoeld. Hij was een baken van gematigdheid in het dorp, waar de Gereformeerde Gemeente en de SGP een enorme aanhang hadden en hebben. Hij kwam om toen geallieerde troepen probeerden Duits geschut uit te schakelen, op 12 oktober 1944, 74 jaar oud. Hans Warren, die de naam van zijn onderwijzer altijd met eerbied noemt, vermeldt in zijn dagboek ‘de tragische dood van de goede meester De Priester die in zijn voortuin stierf toen zijn huis een voltreffer kreeg.’ Zijn voormalige leerlingen boden in 1946 de grafsteen aan. Meester De Priester ligt op dezelfde begraafplaats als Hans Warren. Eigenlijk zou de gemeente de vervallen grafsteen van de populaire hoofdonderwijzer, een oorlogsslachtoffer bovendien, moeten laten restaureren. In plaats daarvan kondigt een bordje dreigend aan dat de grafrechten zijn verstreken. Meester De Priester was veel meer dan een onderwijzer, hij had bijvoorbeeld ook een kinderkoor opgericht. ‘De leerlingen zongen hun scheidenden meester een afscheidslied toe,’ staat in het krantenbericht over de gebeurtenissen op 5 december 1934. Een lied op onbekende melodie, maar veel wijst erop dat op de woorden van de toen dertienjarige Hans Warren is gezongen. En wel deze woorden: ‘Wel meer dan 40 jaar geleên…’

Mario Molegraaf

Laatste tweet Geheim Dagboek

In het nieuwe jaar worden we niet meer dagelijks verrast met mooie citaten uit Warrens dagboek. Op 16 december van het afgelopen jaar publiceerde Rutger Vahl, na ruim twee jaar en 6090 tweets, zijn allerlaatste tweet uit Geheim Dagboek. Het was de laatste tekst die Warren zelf, op 16 december 2001, in zijn dagboek schreef. De dagboektwitteraar had maar liefst 1115 volgers. Mede namens hen: bedankt, Rutger!

De nieuwe bloemlezing: Geheim dagboek 1942 – 2001

De proeven liggen op schema. De nieuwe bloemlezing, een stevige pil, zal rond 19 januari 2012 gaan verschijnen bij Bert Bakker/Prometheus. De oorspronkelijke titel Tussen zelfkant en platteland komt te vervallen. De bloemlezing gaat nu Geheim dagboek 1942–2001 heten. Voor deze bloemlezing heeft Mario Molegraaf een nawoord geschreven. Vandaag, 19 december – de tiende sterfdag van Hans Warren, publiceren wij zijn nawoord op de website.

Voorpublicatie: Het nawoord bij de bloemlezing Geheim dagboek 1942-2001 (Bert Bakker/Prometheus 2012) (pdf)

Met dank aan Mario Molegraaf

19 december, sterfdag Hans Warren

Het graf van een leermeester

Martin van der Kamp fotografeerde de grafzerk van Willem Palsenbarg, begraven in Vorden.

Palsenbarg, vogelkenner, had een boekhandel aan de Lange Vorststraat in Goes en Warren, toen nog een middelbare scholier, raakte met hem bevriend. Samen maakten ze lange tochten in de natuur. Warren is diep onder de indruk van Palsenbargs gave om met dieren te communiceren; dieren die in paniek zijn wist hij te kalmeren.

Deze gave heeft hij niet op mij over kunnen dragen, maar van zijn fenomenale kennis van vogels heb ik veel geleerd. Ik was er trots op dat ik hem op één heel beperkt gebied de baas bleek: ik was beter in het thuisbrengen van de geluiden van allerlei bosvogels.’

(Noordnol, p. 12-13)

Er is een tijd dat Warren en Palsenbarg elkaar bijna dagelijks zien. In de tuin tegen de Oostwal aan houdt Palsenbarg zijn duiven, vooral Nederlandse sierpostduiven, het ras dat hij ‘had helpen creëren en vervolmaken’ (GD 1958-1962, p. 27). Maar in de jaren die Warren in Parijs doorbrengt, verflauwt het contact. Ook omdat Palsenbarg zich niet of nauwelijks interesseert in literatuur en kunst. Als Warren eind jaren vijftig in Zeeland terugkeert, herstelt het contact zich. Door Palsenbargs enthousiasme en wijze raad gaat Warren weer over tot het houden van duiven. In 1963 gaat het fysiek slecht met Palsenbarg. Hij doet zijn winkel in de Lange Vorststraat van de hand, geeft Warren muziekboeken en jaargangen van onder meer Avicultura cadeau. De sierduiven worden op zijn verzoek door Warren geslacht. Tot rentenieren, zoals Palsenbarg wilde, komt het niet, want aan het einde van het jaar sterft hij aan kanker. ‘Een vaderlijke vriend’ noemde Warren hem in een in memoriam dat hij in zijn dagboek schreef. ‘Een leermeester (…), niet alleen bij de natuurstudie (…). Ook zijn mensenkennis, realiteitszin, nauwgezetheid en plichtsbetrachting bewonderde ik, en ik streefde er naar hem daarin na te volgen.’ (GD 1963-1970, p. 43)