Zoals we eerder meldden, is ons boekje Duiven op Bouvet: Over Boudewijn Büch en Hans Warren in de race voor de Zeeuwse Boekenprijs. Intussen is de stembus geopend voor de Jan Bruijns prijs, waarvoor op internet kan worden gestemd. Ga daarvoor naar: Het Zeeuws Tijdschrift. Op de openingspagina moet je je eerst registeren, je ontvangt dan een mailtje met verdere aanwijzingen.
Duiven op Bouvet in race voor Zeeuwse Boekenprijs
Ons boekje Duiven op Bouvet: Over Boudewijn Büch en Hans Warren is in de race voor de Zeeuwse Boekenprijs. De ZBP is begin 2003 door de redactie van het Zeeuws Tijdschrift ingesteld en wordt in samenwerking met de Zeeuwse Bibliotheek georganiseerd. In aanmerking komen “boeken over Zeeland in de breedste zin des woords en publicaties die door Zeeuwen over willekeurig welk onderwerp zijn geschreven”.

Dit jaar wordt voor het eerst de ‘Jan Bruijns Prijs’ uitgereikt voor het boek dat de meeste stemmen krijgt via de website het Zeeuws Tijdschrift. Zie verder: de site van het ZT.
Mensje van Keulen: “Ik zal mijn dagboek nooit publiceren”
In 1980 zei Mensje van Keulen in een interview
In 1976 ben ik aan het dagboek begonnen en sindsdien is het een dwangneurotische handeling: ik moet er in schrijven. Ik zal het nooit publiceren. Tenzij ik aan het eind van mijn leven zo razend ben dat ik het dagboek, voordat ik mij in de strop verhang, naar mijn uitgever breng. Dat zou een satanische daad zijn.

Deze week verschijnt onder de titel Alle dagen laat bij Uitgeverij Atlas haar dagboek uit 1976. Uit Warrens dagboek uit dezelfde tijd weten we dat de twee schrijvers toen (nog) met elkaar bevriend waren en Warren treedt dan ook een aantal malen in het dagboek op. Niet altijd in positieve zin. “De hartelijke man verandert in een lelijke, vieze vent als hij drinkt. Zweterig en geil”. Maar vooral Warrens toenmalige liefde Gianni Nurchi moet het een paar keer ontgelden. “Wat ziet Hans in die jongen? Zijn uitspraken zijn een al gezwets en gesnoef. (…) alles wat hij zegt is dom, zijn lippen mogen dan sensueel heten, zijn gezicht heeft meestentijds de uitdrukking van een oud, chagrijnig wijf”. Van Keulen schrijft in haar dagboek ook over haar eerste bezoek aan het Pijkesweegje in Kloetinge. “De benedenkamers in het lage, donkere huis – op het eerste gezicht een nederige boerenwoning – zijn schemerig, rustgevend, antiek ingericht”. Over Warrens prozawerk Demetrios is dan weer een stuk minder enthousiast: “geregeld ontsporen zowel de dialoog als de beschrijving en vervalt het verhaal tot iets wat meer heeft van een krantenartikel, te haastig, te prozaïsch”.
Ook schrijft ze: “Niet altijd voel ik me op mijn gemak bij deze man. (…) Het komt misschien door de manier waarop hij over zijn kinderen spreekt.” In de publiciteit rondom het dagboek valt de naam Warren regelmatig. Arjan Peters citeert de Warren-passages in zijn bespreking in de Volkskrant van afgelopen vrijdag. Saillant is natuurlijk dat Warren en Van Keulen gebrouilleerd zijn geraakt juist nadat Warren zijn dagboeken ging publiceren. Maar in een interview in HP/De Tijd van vorige week zegt Mensje van Keulen dat het één niks met het ander te maken had. “Waar ik mies van werd, en dat is Gerrit Komrij ook overkomen, was de manier waarop Warren ineens een boek van mij recenseerde. Daarmee raakte hij me veel meer dan met alles wat hij in die dagboeken ook maar had kunnen schrijven. (…) Bij het tweede boek dat hij afkraakte, dacht ik: hier heb ik geen zin meer in. Toen heb ik niet meer van me laten horen.” Ze vertelt dat Warren haar een paar jaar voor zijn dood nog een brief schreef om het contact te herstellen, maar dat ze daar nooit op heeft gereageerd.
Het eind van de vriendschap tussen Van Keulen en Warren wordt ook besproken in een radio-interview met Mensje van Keulen dat afgelopen maandag werd uitgezonden (Radio 747, Kunststof) en dat hier nog te beluisteren is.
Andreas Oosthoek: Vriendschap met Warren was intens
In Elsevier van 29 april spreekt Hugo Camps met Andreas Oosthoek, die dit jaar afscheid neemt als hoofdredacteur van de Provinciale Zeeuwse Courant. De vriendschap met Warren komt uitgebreid aan bod in het interview:

De vriendschap met Hans Warren was intens. Het is een gewonde plek in mijn wezen dat deze dichter er niet meer is. Ik ben nu bezig met een soort Warren-archiefje. Het blijkt dat ik meer van hem heb bewaard dan ik dacht. Daar wil ik een boekje van maken. Hans was een tragische figuur. Maar wel een man met een enorme eruditie. Hij heeft tientallen jaren in zo’n boerendorp gezeten, kwam nauwelijks buiten, en had toch een binding met de grote wereld. Televisie is pas in huis gekomen met zijn laatste vriendje. Een telefoon wilde hij niet, want dan ben je verbonden met allerlei gekken. Naar de radio werd niet geluisterd, want daar komt alleen maar een krassend geluid uit en hij vervormt de kwaliteit van muziek. Hij hield van zijn isolement. Als hij al naar buiten kwam, was het om met een paar vrienden te gaan eten in een restaurant. Met veel drank. Dat genoegen hebben we samen beleefd. Hans was een man die zijn leven heeft gesavoureerd.
Klik hier voor het interview in Elsevier Zie ook: ons interview met Andreas Oosthoek uit 2003.
Engelse vertaling Steen der hulp verschenen
Bij The University of Wisconsin Press is zojuist verschenen Secretly Inside, de Engelse vertaling van Warrens bekende novelle Steen der hulp. Aardig aan deze uitgave is de uitgebreide introductie van Jolanda Vanderwal Taylor, die niet alleen een korte schets geeft van Warren biografie, maar ook gedetailleerd ingaat op de novelle zelf. Dit doet ze onder meer op basis van haar eigen onderzoek naar Nederlandse literatuur over de tweede wereldoorlog. Steen der hulp neemt in dit genre een heel eigen positie in. Het boek is vertaald door S.J. Leinbach, die eerder al werk van Oek de Jong in het Engels vertaalde. Er is wel een ander omslag gekomen dan eerder aangekondigd. Zie voor het oude omslag ons nieuws van 19 december 2005.

