Maandelijks archief: mei 2025

Langs het Pykeswegje

Door Alex Reuneker

Onlangs fietste ik van Schiedam naar Kapelle, Zeeland om een (oud-)collega en sportvriendin te bezoeken. Van tevoren zag ik op de kaart dat ik praktisch langs het Pykeswegje 1 in Goes zou komen — het huis waar Hans Warren vanaf 1957 woonde. Uiteraard was dat een ommetje waard, al voerde dat ommetje me over een vrij desolaat industrieterrein.

In de vroege ochtend reed ik van Zuid-Holland over het Haringvliet en het Grevelingenmeer Zeeland binnen, de weg vervolgend langs Zierikzee en over de Zeelandbrug naar Zuid-Beveland. Na zo’n 90 vroege kilometers klikte ik onder een strakblauwe hemel en bij de voormalige woonboerderij van Hans Warren uit mijn pedalen. Het pand aan Pykeswegje 1 is tegenwoordig een woonhuis met bed & breakfast. Ik vermoed dat de omgeving in schril contrast staat met de omgeving van het huis toen Warren het bewoonde; tegenover het Pykeswegje ligt nu een nieuwbouwwijk.

Hoewel ik mezelf zeker geen Warren-kenner zou durven noemen, verre van zelfs, houd ik wel van poëzie en ben ik via mijn vroegere docent en copromotor, inmiddels collega en vriend, met Warrens gedichten in aanraking gekomen. Voor deze gelegenheid had ik daarom een mooi gedicht uit Eiland in de stroom (1951) in mijn wielershirt gestoken, dat ik, zo hoopte ik, in alle rust op een mooi plekje kon lezen. Uiteraard vroeg ik eerst aan de huidige bewoners of ik eventjes op hun erf mocht rondkijken, waarna ik plaatsnam op een oude zinken prullenbank die, niet meer voor afval, maar nu ter decoratie voor het huis stond. Ik las er het volgende gedicht.

Verval
Hier was het. Rust is weergekeerd.
Mijn drift die al tot weemoed wordt
heeft, hoop ik, je niet meer bezeerd.
De bloemen zijn al lang verdord,
je beeld is als een kiek vergeeld,
je naam stierf in ‘t bladergeruis.
Hier hebben we ons geluk verspeeld,
kijk: mos woekert al over ‘t huis.

Een gedicht dat wellicht niet helemaal bij het stralende weer paste, maar wel degelijk bij de bijzondere plek waar ik me bevond. Nu heb ik er een handje van om, áls ik met muziek in de oren op de racefiets stap, niet bepaald rustige achtergrondmuziek te kiezen. Het was dus even schakelen, daar op die rustige plek vol Zeeuwse dichtershistorie, maar Warrens woorden brachten me in een rustige gemoedstoestand, al is ‘berusting’ wellicht een passender woord. Ik bleef nog wat zitten om tekst en omgeving op me in te laten werken. Daarna reed ik, inmiddels zonder ronkende muziek, het Hans Warrenpad op. De serene bui die het gedicht me bezorgde, duurde niet slechts de laatste paar kilometer tot de eindbestemming voort, maar bleef de rest van de dag bij me.

De dag na de fietstocht droeg ik hetzelfde gedicht voor aan mijn studenten Nederlands in Leiden. Sinds een paar jaar begin ik elk college met een gedicht, waarbij ik altijd vermeld dat ze er, bij wijze van ‘dagopening’, even naar mogen luisteren, maar er verder niets mee hoeven doen. Soms komt er een reactie, meestal niet. Ik hoop dat het gedicht ook de studenten, ook zonder die mooie tocht langs het Pykeswegje, geraakt heeft en dat ‘Verval’, al was het maar bij een enkeling, voor wat rust en berusting heeft gezorgd.