Jaarlijks archief: 2011

Oktober: bloemlezing ‘Tussen zelfkant en platteland’

In oktober verschijnt de eerder aangekondigde bloemlezing uit het complete Geheim dagboek bij Uitgeverij Prometheus. De titel wordt Tussen zelfkant en platteland, de omvang ca. 400 pagina’s, en ook het omslag is intussen bekend, een ontwerp van Bart van den Tooren.

De catalogus van de uitgever meldt verder:

Een van de grootste sensaties van de afgelopen decennia was het verschijnen van het dagboek van Hans Warren. Vanaf 1942 tot zijn dood in 2001 op tachtigjarige leeftijd keek hij in de spiegel én door het raam, genadeloos voor zichzelf, ironisch over anderen. Een unieke verkenning van een mensenleven dat zich beweegt tussen hooglied en schaamluis, tussen platteland en zelfkant en tussen het woelige Parijs en het weelderige Zeeland. Hans Warren aanbad de mooie jongens, maar stichtte ook een gezin met een vrouw uit Engeland. Hoe intiem het dagboek ook is, Hans Warren blijkt tegelijk de kroniek van zijn tijd te hebben geschreven. Niemand beleefde de Tweede Wereldoorlog, de rampzalige overstroming van 1953 en de vernietiging van de natuur zoals hij. Deze keuze met louter hoogtepunten uit zestig jaar Geheim dagboek is daarom niet alleen een overrompelend document over een schrijversbestaan, maar bevat ook het verhaal van een bewogen eeuw.


Kwekerij Sluishoek zet Warrenwandeling uit

Van Ans Kloet kregen we de volgende e-mail. Een mooi initiatief, zeker leuk om te ondernemen bij mooi zomerweer.

In en rond het dorp Borssele is een Hans Warren wandeling (8 km) gemaakt langs huizen en plekken van Hans. In het buitengebied staan 5 gedichten. De wandeling start bij ons bedrijf. Omdat wij het leuk vinden dat mensen door onze polder wandelen hebben wij een arrangement gemaakt.

Men trekt, net als Hans, al wandelend het gebied in. Men krijgt een orginele canvas rugzak mee met daarin een notitieboekje, schrijf- en tekenstiften, een verrekijker, natuurboekje, koffie of thee, een doosje met snoeperijen en een boekje van Hans. Uiteraard een uitgebreide beschrijving van de route. Bij terugkomst wordt verwacht dat er een tekening, gedicht, vertelling of overdenking in het boekje staat die gelezen kan worden door de volgende deelnemer.

Het arrangement kan gelopen worden van 1 maart tot 1 november van dinsdag t/m zaterdag en kost E 5.– pp. Reserveren tot 1 dag van te voren en wij zijn met openbaar vervoer bereikbaar. Kwekerij Sluishoek (tel: 0113-351729)

Catalogus collectie Warren nu on-line

Ruim 25 jaar lang verzamelde Niek Oele het oeuvre van Warren. Tot hij vorig jaar alles zo goed als compleet had en het, na lang tobben, van de hand deed aan antiquariaat Fokas Holthuis.

Fokas heeft ‘met plezier en bewondering de afgelopen maanden Oele’s verzameling Hans Warren uitgeplozen en geboekstaafd’. Vandaag is de catalogus verschenen, een rijke catalogus van dichtbundels, dagboeken, bibliofiele edities, vertalingen, vogelgidsen en curiosa. Wat te denken bijvoorbeeld van de camera waarmee Warren aan het einde van de jaren veertig zijn foto’s maakte. Of de volledig met de hand geschreven uitgave Zeven gedichten van liefde. Er is een exemplaar van Geheim dagboek in een prachtig heelleren band, er zijn originele brieven (bijvoorbeeld van Warren aan Oele), je vindt er de scriptie die dichter Jos Versteegen over De Olympos van Warren schreef en zelfs het exemplaar van Duiven op Bouvet dat wij aan Oele cadeau deden (een wonderlijke ervaring).

Het is moeilijk om met de hand op de knip de catalogus te bekijken. Wie durft klikt hier:

Hans Warren in het Duits

Anne Stötzel-Rinder is al geruime tijd bezig met het vertalen van het werk van Hans Warren in het Duits. Ze heeft nu de novelle Steen der Hulp en een bloemlezing uit het dagboek vertaald. In afwachting van een Duitse uitgever, hierbij een proeve van haar werk: de vertaling van een dagboekaantekening van 17 september 1950.

Es war ein klarer Morgen. Weisse Wolken trieben im kraeftigen Blau des Himmels. Durch das Licht enstanden bunte Fleckenbilder auf der Platanenallee, durch die wir fuhren.

Ich reichte ihr meinen Arm fuer den Abhang hinunter zum Kloster, aber sie ist es so gewoehnt, ihn allein zu gehen, dass ihr das kaum half. Es muss schmerzhaft und ermuedend fuer sie sein, so lange zu knien und zu stehen, aber sie tut es. Ich bewunderte sie fuer ihre Froemmigkeit.

An der Messe habe ich mit gemischten Gefuehlen teilgenommen. Ein alter, sehr grosser und wuerdiger Priester las die Messe, begleitet von einem jungen Moench mit schwermuetig-schoenem Gesicht. Wir waren in der fuer die Oeffentlichkeit bestimmten Seitenkapelle mit noch 3 Damen. Genau gegenueber vom Altar kamen hinter einem doppelten Gitter, wovon der untere Teil zudem noch undurchsichtig war, die Nonnen herein mit ihren schwarzen und weissen Kapuzen. So, streng von dem fuer sie Allerheiligsten getrennt, nahmen sie an der Messe teil. Wie mit einer Stimme antworteten sie klar, rein und hoch auf die liturgischen Saetze, die die tiefe Maennerstimme sprach.
Zum Schluss, nach vielem Kniebeugen und Haendefalten, wurde das Tuerchen des inneren Absperrungsfensters geoeffnet und ein weisses Tuch darin entfaltet. Nachdem der Kelch mit den Hostien aus seinem Gehaeuse geholt war, ging auch die Tuer der aeusseren Absperrung auf. Eine Nonne musste mit affenartig ausgestrecktem Arm und einem grossen Schluessel in der Hand hoch steigen. Dann schob sie mit anmutigen Bewegungen das schneeweisse Tuch, dreifach gefalten, ueber die Balustrade.

Der Priester kam mit dem Kelch voller Hostien und einem Loeffelchen. Eine nach der anderen empfingen die Nonnen die Hostien in den hochgereckten Muendern. Die Kapuze fiel ihnen dabei ueber die Augen, so dass sie den Priester nicht sehen konnten, und um Gekruemel zu verhindern, hielten sie ein silbernes Schaelchen unters Kinn. Sie gaben es von der einen zur anderen weiter, erst die mit den weissen, dann die mit den schwarzen Kapuzen. Es waren so viele, dass sie einem unendlich vorkamen, und bei jeder murmelte der Priester die gleiche Formel. Es war schrecklich und feierlich zugleich. Anschliessend knieten die Damen aus unserer Kapelle vor einer Balustrade und empfingen die Hostie.

Die Nonnen zogen geraeuschvoll die dunklen Gardinen hinter den Absperrungen zu. Oft seh ich noch, wie die weissen Kapuzen sich dazwischen bewegten.

Ich blieb waehrend der ganzen Zeremonie sitzen und litt unter den widerspruechlichsten Gefuehlen. Alles schien voellig seltsam und ohne Sinn, ausserhalb jeder Wirklichkeit. Es zog wie ein kurioses Schauspiel an mir vorbei, das ich aufgrund meiner Zuneigung zu Madame Riviere diskret und leise mit ansah.

Nach dem Ende der Messe verweilte Isabelle Riviere noch lange knieend im Gebet, ich weiss nicht, wie lange. Ich fuerchte, dass sie auch fuer mich bat, und ich versuchte mit zu bitten, – aber es dauerte zu lange, die Ruehrung schwand. Ich gab es auf, ich begann, mich selbst zu betruegen, und das ist schlimmer, als sie zu betruegen.

Biografie Rudolf Hagenaar

Tijdens zijn leven is Warren lange tijd bevriend geweest met de kunstenaar Rudolf Hagenaar. Warren was een groot bewonderaar van zijn werk. Bij uitgever Art Revisited verschijnt op 31 maart Rudolf Hagenaar. Leven en werk, geschreven door Jan Stassen.

Uit de flaptekst:

Rudolf Hagenaar (1927, Soerabaja – 2006, Goes) werkte van 1954 tot zijn pensioen als tekenleraar op het Goese Lyceum in Zeeland. Zijn hele leven tekende en schilderde hij, maar hij heeft lange tijd niet willen exposeren. De belangrijkste reden daarvoor was dat Hagenaar niet wilde schilderen om te verkopen. Hij maakte wat hij mooi vond, zonder zich te storen aan de heersende smaak.

Na een modernistische opleiding in Amsterdam, en een periode waarin hij oude meesters – van Caravaggio tot Vermeer – navolgde, kwam Hagenaar in het begin van de jaren zeventig tot een eigen stijl van figuratie. Zijn geïsoleerde mensfiguren en klassieke bouwwerken zijn teruggebracht tot hun meest pregnante aanwezigheid, hun volume scherp afgetekend in de omringende ruimte. Deze overweldigende aanwezige vorm roept vragen op. Waarom is dit zo weergegeven? Gaat het Hagenaar om volmaakte proportionering en schoonheid, of huilt hier de wind van de tijd? Of is het allebei? In dat geval zijn de woorden van de criticus Hammacher van toepassing: hier schildert iemand ‘met het geluk van de vervoering en het oude leed van de eindige werkelijkheid in de blik van de ogen’.
Zie: Uitgeverij Van Gorcum