Jaarlijks archief: 2007

Ik wou wel weer een beetje ziek zijn

Mario Molegraaf stelde een bloemlezing samen van 100 gedichten over ziek zijn: Ik wou wel weer een beetje ziek zijn (Uitgeverij Bert Bakker). In het voorwoord schrijft hij over Hans Warren onder andere het volgende.

Míjn zieke, de dichter Hans Warren met wie ik bijna een kwarteeuw het leven deelde, bleef na zijn dood spreken.
Zo kreeg je te horen wat je anders nooit hoort. Zo kreeg de wereld te zien wat anders tussen twee mensen blijft.
Hij hield een gruwelijk en prachtig dagboek bij, ook in zijn laatste jaar, Geheim dagboek 2001. Het was geen gelukkig jaar.
Dat lag ongetwijfeld aan mij, maar ook een beetje aan hem. Het dagboek is als de schrijver ervan.
En het dagboek over zijn levenseinde bevat oases van verlichting, maar is toch vooral een woestijn van zelfmedelijden.

(…) Ziekte mag veel slechts in mensen aan het licht brengen, je krijgt in moeilijke tijden soms ook het beste van iemand te zien.
Ook dat heb ik met Hans Warren ervaren. Op een dag was er een griezelig gezwel op zijn hoofd.
Kwaadaardig, de plastische chirurg deed zijn werk, een reeks bestralingen volgde.
Ik begrijp het achteraf nog steeds niet, zijn moed, onze moed, de moed om de moed erin te houden.
We gingen dóór, met leven, met werken. Juist in deze weken werd een boek van hem gepresenteerd,
we regelden het zo dat hij op die feestelijke dag vroeg werd bestraald, de dag erna laat.

Aanbiedingstekst bij het negentiende Geheim dagboek (1993-1995)

Hans Warren noteert in 1994, na een zoveelste televisieoptreden, in zijn Geheim dagboek: ‘In de vijftig jaar dat ik nu publiceer ben ik geen gigantische conifeer geworden, eerder een soort onuitroeibaar onkruid.’ Het onkruid ‘Hans Warren’ zal nooit meer weggewied kunnen worden, juist door zijn dagboek, misschien het meest uitgebreide, in elk geval het meest intense egodocument uit onze literatuur. Een eeuwig spoor nalaten, meer dan in welk deel ook blijkt hij daarvan dagelijks bezeten: ‘Men móet weten hoe op 18 januari 1993 om tien voor elf ’s morgens het zonlicht op je bureau viel.’

Zoveel onbescheidenheid tussen ongekende oefeningen in bescheidenheid, over dit dagboek kun je alleen in paradoxen spreken. Waarschijnlijk omdat de schrijver de grootste paradox die er bestaat tracht te vatten, de paradox die leven heet. Hij doet dat met zijn geest, maar vooral met zijn lichaam. In het jaar dat hij 72 wordt, noteert hij beteuterd: ‘M’n potentie is sterk gedaald. De score blijft pover, ik tel 35 kruisjes.’ Toch schrijft hij uitbundiger dan ooit over zijn avonturen met een zware handborstel en zijn dromen over jongens, en hij fantaseert over de Vlaamse schoonheid Goedele: ‘Ze denkt vaak aan me en mijn boeken liggen onder haar kussen.’

Heel wreed is de reactie op de zelfmoord van Adriaan Venema: ‘Zojuist hief M. een dolzinnige juichkreet aan en begon hij een woeste vreugdedans.’ Juist heel teder wordt de honderdste geboortedag van Hans Warrens moeder herdacht: ‘Nog even keken we om, op het grauwe, bloemloze kerkhof vlamde de azalea.’ Een boek over afscheid nemen en verzamelen, reizen en thuisblijven, grote nederlagen en kleine overwinningen, hoe onkruid niet vergaat.

Zie ook de site van uitgeverij Bert Bakker.

Te verschijnen: Hart van mijn land ik ben terug

Aan het eind van het vorige jaar berichtten we al dat het nieuwe Geheim dagboek versneld zal verschijnen, en wel dit voorjaar. Rond die tijd komt ook uit: Hart van mijn land ik ben terug, een literaire wandeling door het Zeeland van Hans Warren. Het is een nieuw deel in de reeks literaire wandelingen die worden uitgegeven door Uitgeverij Bas Lubberhuizen. Hierin presenteren we een drietal afwisselende wandelingen door Zeeland, aan de hand van leven en werk van Hans Warren. Het boek bevat niet eerder gepubliceerde foto’s en natuurtekeningen uit zijn nalatenschap.

Meer nieuws volgt spoedig, ook op de site van Bas Lubberhuizen.